10.3 Gebruik in combinatie met een frequentieomvormer
De frequentieomvormer moet geschikt zijn voor het voeden van vibratiemotoren. Geborgd
moet zijn dat de hoge aanloopstroom tijdens de startfase volledig beschikbaar is.
Het gebruik van de motoren bij een frequentie hoger dan 50 Hz of 60 Hz leidt tot een
aanzienlijke bekorting van de levensduur van de lagers. Daardoor kunnen de lagers
vroegtijdig uitvallen. Verder kan de trilmachine onherstelbaar beschadigd of vernield
raken.
Bij gebruik van de motoren onder een te lage frequentie kunnen de motoren in de eigen
frequentie van de machine raken. De motoren bereiken dan niet het nominale toerental
en/of synchroniseren niet. Wij adviseren om de motoren principieel niet onder 60% van de
netfrequentie te gebruiken. De minimale frequentie, waaronder de motor mag werken, is
echter afhankelijk van de eigen frequentie van de machine waarop de motoren geen
invloed hebben. Bereken de eigen frequentie van de machine om de frequentieomvormer
veilig te kunnen toepassen, omdat ook de 60%-waarde al tot een te lage frequentie kan
leiden.
Laat motoren altijd met de volle netfrequentie aanlopen, dus met een 100%-instelling van
de frequentieomvormer. Alleen op deze wijze is de optimale synchronisatie van de
motoren verzekerd.
10.4 Synchroniseren
De meest gebruikte toepassing is het inzetten van twee vibratiemotoren, welke door de
tegengestelde draairichting een gerichte trilling opwerken.
Omdat de motoren niet mechanisch gekoppeld zijn, komt de vrije synchronisatie slechts
tot stand via de frequentie van de motoren. Na het starten lopen de motoren aanvankelijk
niet synchroon aan en synchroniseren pas tijdens het gebruik onder dezelfde frequentie.
Tijdens dit proces mag geen stoorfrequentie in het bereik van de aandrijffrequentie
voorkomen, omdat de motoren dan niet kunnen synchroniseren.
De oorzaken van deze stoorfrequenties, dus het niet synchroniseren van de motoren,
kunnen zijn:
-
Een te hoge eigen frequentie van de machine (te stugge veren)
-
Een te zachte, dus niet voldoende stijve traverse
-
Niet voldoende stijve machinedelen
-
Een defecte machine (gebroken veren, scheuren in het lichaam of traverse)
-
De machine trilt niet vrij of is geblokkeerd door de vaste aangebouwde delen
(afdichtrubbers en dergelijke).
Als de beide motoren niet synchroniseren, bereiken ze niet het nominale toerental. De
motoren zullen te veel stroom opnemen en vallen voortijdig uit. Verder kan de trilmachine
onherstelbaar beschadigd of vernield raken.
FRIEDRICH Schwingtechnik GmbH
19
TK-Gebruiksaanwijzing Vibratiemotoren Standaard R13-190604DA_NL