Sluit elke vibratiemotor afzonderlijk via de motorveiligheidschakelaar aan.
Bij het aanlopen van de motor (ca. 3...5 s) loopt er een aanloopstroom die ca. het 9-
voudige bedraagt van de nominale stroomsterkte. De exacte waarden zijn te vinden in
de brochure of in het informatieblad. Kies de veiligheden en schakelaars
dienovereenkomstig.
Als de vibratiemotor door veelvuldig aan- en uitschakelen of door omgevingscondities
thermisch zwaar wordt belast, monteer dan - ter bescherming van de motor - een
thermistorafschakelvoorziening op de motor.
Let bij het aansluiten van twee vibratiemotoren op de tegengestelde draairichting.
Borg de toerentalregeling met behulp van passende maatregelen zo, dat onder geen enkele
omstandigheid het maximale toerental wordt overschreden. Anders bestaat het risico, dat
machines en personen gevaar lopen.
nning en frequentie van het elektriciteitsnet moeten overeenkomen met de informatie op
het vermogensplaatje van de motor. Sluit de aders aan op het klemmenbord. Let erop, of
de motor correct in ster of in driehoek is geschakeld. Aard de installatie altijd als de motor
op draaistroom wordt aangesloten.
Sluit de aansluitdoos stof- en waterdicht. Daarbij moeten de afdichtvlakken van
aansluitdoos en deksel schoon zijn.
Schakel de vibratiemotor via de motorveiligheidschakelaar en het thermisch relais.
Stel de veiligheidschakelaar in op permanent gebruik conform de opgave van de nominale
stroomsterkte op het vermogensplaatje van de motor.
9.2 Monteren van de aansluitkabel
Lees daartoe - in de Bijlage Kabelwartels - de gebruiksaanwijzing van de geleverde kabelwartel.
Kies conform de gebruiksaanwijzing de op uw motor toegepaste kabelwartel. De typeaanduiding staat
vermeld op de kabelwartel.
Bijlage Kabelwartel 1:
Bijlage Kabelwartel 2:
Gebruik voor CSA-motoren alleen UL goedgekeurde kabelwartels
Na het aansluiten van de kabel mogen geen vreemde voorwerpen in de aansluitdoos
achterblijven. Een eventuele kortsluiting kan de motor beschadigen en zelfs volledig
vernielen.
Installeer de kabels zorgvuldig en met voldoende reserve (kabellus), om het schuren
van de kabel bij trilbedrijf te voorkomen
Gebruik uitsluitend rubberbuiskabel voor zware mechanische belasting volgens
VDE0282 Deel 4 type H07RN-F of A07RN-F
Gebruik voor CSA Morore alleen een UL-goedgekeurde kabel
Sluit de motor aan via een veiligheidschakelaar en een thermische veiligheidsvoorziening.
Het belangrijk om de thermische beveiliging (thermistor) separaat aan te sluiten. De
aansluiting moet plaatsvinden aan een gecontroleerde (goedgekeurde) schakeling (niet via
de spanningregelaar).
Bij permanent bedrijf mag de stroom niet groter zijn dan de waarde die op het typeplaatje
is vermeld.
FRIEDRICH Schwingtechnik GmbH
Fabricaat WISKA
Fabricaat Lapp
16
TK-Gebruiksaanwijzing Vibratiemotoren Standaard R13-190604DA_NL