7.3 Monteren op de inbouwlocatie
De vibratiemotoren worden als volgt ingebouwd:
Neem de inbouwrichtlijnen conform paragraaf 7.2 absoluut in acht.
Voor het monteren van de vibratiemotoren is een vlak, trilstijf aandrijfzadel nodig. Om
een onberispelijke oplegvlak te verkrijgen, moet deze bodemplaat mechanisch zijn
bewerkt.
Standaard worden de vibratiemotoren met zeskantbouten DIN 931-8.8 of DIN 933-8.8
en zelfborgende zeskantmoeren conform DIN 982-8 of DIN 985-8 bevestigd. Gebruik
geen veerringen, vulschijven en dergelijke. Gebruik - bij het toepassen van
onderlegschijven - uitsluitend zeer harde schijven, bij voorbeeld HV-ringen conform
DIN 6916.
Gebruik alle bevestigingselementen maar één keer.
Bevestigingbouten moeten een minimale klemlengte hebben om een blijvende
voorspanning te behalen. De minimale klemlengte moet ten minste het drievoudige van
de nominale diameter bedragen. De klemlengte is de lengte tussen de onderzijde van de
schroefkop en de moer.
De benodigde overstand van de draadlengte is als volgt conform DIN 13 te berekenen.
Draadoverstand v = moerhoogte + 3 draadgangen P.
Verwijder de eventuele transportborgingen alvorens in te bouwen, of - bij gedemonteerde
onbalansgewichten - monteer de onbalansgewichten en beschermkappen weer.
Houd bij het inbouwen de volgende volgorde aan:
Lijn de vibratiemotor met behulp van de aangegoten hijsogen uit.
Bevestig de vibratiemotor met de voorgeschreven bouten qua aantal en grootte
conform de brochure of het motorinformatieblad.
Plaats de vibratiemotor en draai de bouten losjes aan.
Trek de bouten met behulp van een momentsleutel met het volgende
aanhaalmoment aan, zie hoofdstuk 15, tabel 15.1
Schakel 15 tot 20 minuten na de ingebruikneming de motoren uit en trek alle
motorbevestigingbouten met behulp van een momentsleutel na. Herhaal dit na 2 tot 3
uur en een dag later nog eens.
Wij adviseren de bevestigingbouten elke 8 weken te controleren.
Let op: Bij gebruik van ongeschikte bouten en moeren kan de vibratiemotor zich
loswerken en grote schade veroorzaken.
Let op: Wij willen erop wijzen, dat de meeste storingen en uitval door verkeerde of
losse boutverbindingen ontstaan!
FRIEDRICH Schwingtechnik GmbH
12
TK-Gebruiksaanwijzing Vibratiemotoren Standaard R13-190604DA_NL