2.5.7 Montage stuw
Afhankelijk van de lengte en vorm van het concentrische kanalensysteem Ø100 -
Ø150 mm en de uitmondingsconstructie dient men een stuw met een diameter
volgens de tabellen in hoofdstuk 2.4.1, in het plafond van de verbrandingskamer,
te monteren.
Zie hiervoor de opstellingsmogelijkheden, vermeld in figuur 9 tot en met 15.
De standaard doorlaat voor de rookgassen is Ø100 mm.
De volgende stuwen worden bij elk toestel meegeleverd: Ø60 mm en Ø80 mm.
Belangrijk :
Zorg ervoor dat de juiste stuw gemonteerd wordt.
De juiste stuw zal het toestel, het meest optimale
rendement, vlambeeld en verbranding geven.
Montage van een foutieve stuw kan storingen aan
het toestel veroorzaken.
Figuur 26: Positioneren stuwplaatje
2.5.8 Controle toestel na installatie
Na de installatie dient de installateur het vlambeeld van het toestel visueel te
controleren; Na het ontsteken heeft men korte blauw/gele vlammen. Deze
vlammen worden hierna steeds langer en geler van kleur. Als alle vlammen geel
zijn, is het toestel op temperatuur.
HET TOESTEL IS NU GEREED VOOR GEBRUIK
48
SALERNO
SIGMA
SARONNO
DELTA
Montage stuwplaatje
SAMOEN
SIROCCO
Stuwplaatjes:
1: D = Ø60 mm
2: D = Ø80 mm