De scherpstelling aanpassen
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen
mislukken:
-
het onderwerp is te klein of verplaatst zich vaak
-
er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
-
kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
-
de camera trilt enorm
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één witte
lijn.
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de
opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen.
Selectief scherpstellen
U kunt op een bepaald deel van de scène scherpstellen.
Selecteer het gedeelte waarop u wilt scherpstellen.
1
Druk in de opnamemodus op [
2
Selecteer
Opname
Keuze AF.
Verpl.
3
Draai aan de navigatieknop of druk deze in om het
kader te verplaatsen naar het gebied waarop u wilt
scherpstellen en druk op [
4
Druk [
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Druk op [ o] om het scherpstelgebied te wijzigen.
Als u deze functie gebruikt zijn de opties voor gezichtsdetectie niet
beschikbaar.
52
Opnameopties
p A h n d
m].
Autom. scherpstellen
Instellen
o
].