De functie Beeldomkeren instellen
Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van een
beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld wordt
automatisch gedraaid naar de juiste stand voor weergave op het scherm.
U kunt deze functie in- of uitschakelen.
• Deze functie werkt mogelijk niet goed wanneer de camera recht omhoog
of recht omlaag wijst. Controleer of de pijl
Als dat niet zo is, stelt u de functie Beeldomkeren in op [Uit].
• Zelfs als de functie Beeldomkeren is ingesteld op [Aan], is de stand
van beelden die naar een computer zijn gedownload afhankelijk van
de software die daarbij is gebruikt.
• Als u de camera verticaal houdt bij het maken van een opname, weet
de intelligente sensor dat de bovenkant 'boven' is en de onderkant
'onder'. De instellingen voor witbalans, belichting en focus worden
dan aangepast voor verticale fotografie. Deze functie werkt
onafhankelijk van de aan/uit-status van de functie Beeldomkeren.
• Wanneer u de camera afwisselend horizontaal en verticaal houdt, is
het mogelijk dat u wat geluid hoort van de sensor. Dit is geen storing.
86
Selecteer in het menu
1
(Instellen) de optie
Zie Menu's en instellingen selecteren
(p. 43).
Gebruik de knop
2
te selecteren en druk vervolgens op
de knop MENU.
• U keert terug naar het opnamescherm.
• Wanneer de functie Beeldomkeren is
ingesteld op [Aan] en het LCD-scherm is
ingesteld op de modus voor gedetailleerde
weergave, wordt het pictogram
(normaal),
(links is onder) rechtsboven op het
scherm weergegeven.
.
of
om [Aan]
(rechts is onder) of
in de juiste richting wijst.