Bewaren van transpondersleutels
De permanente aanwezigheid van een transpondersleutel
(b.v. aan een sleutelplank) in het detectiegebied moet wor-
den voorkomen.
Ten eerste raakt de batterij hierdoor aanmerkelijk sneller leeg
dan in normaal bedrijf. Ten tweede kan een transpondersleu-
tel die zich in het detectiegebied bevindt spontaan "ontwa-
ken", een antwoord naar de transponderleeseenheid zenden
en daardoor een actie tot gevolg hebben (b.v. het openen van
de deur).
Om dit te voorkomen moeten de transpondersleutels buiten
het detectiegebied van de transponderleeseenheid worden
bewaard.
Hierbij geldt de richtwaarde:
• zonder de invloed van metalen delen moet de transpon-
dersleutel op > 2,5 m afstand van de transponderleeseen-
heid worden gehouden.
• bij invloed van metalen delen (b.v. volledig metalen afde-
kramen, plaatwerkbehuizingen) moet de transpondersleu-
tel op > 3 m afstand worden gehouden en niet in
rechtstreeks contact zijn met de metalen delen.
50