Bediening
Grootbereik
Voor grootbereikbediening moet het grootbereikzone met de
transpondersleutel worden betreden.
Wanneer de transpondersleutel wordt herkend, wordt met
een positief bevestigingssignaal de vooraf bepaalde schakel-
handeling uitgevoerd.
Een onbevoegde resp. nog niet toegewezen transponder-
sleutel wordt aangegeven met een negatief bevestigingssig-
naal.
Noodbediening bij een lege
i
transpondersleutelbatterij
Bij een (bijna) lege batterij kan de grootbereikfunctie wor-
den geactiveerd door de transpondersleutel lang
(> 3 sec.) in het korte bereik te houden.
i
Bewaren van transpondersleutels
Transpondersleutels mogen zich niet permanent binnen de
grootbereikzone bevinden. Zie voor nadere aanwijzingen
daarover pag. 50.
10