Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Transponderleeseenheid
2606 ..

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Gira 2606 Series

  • Pagina 1 Bedieningshandleiding Transponderleeseenheid 2606 ..
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Apparaatbeschrijving............5 Schematische afbeelding ........... 6 Toepassingsgebieden ............8 Bediening ................. 10 Bevestigingssignalen............12 Verloop van de ingebruikstelling ........13 Aansluitklemmen ............. 14 Montage ................15 Aanwijzingen voor programmering........16 Programmeerkaart toewijzen ..........17 Transpondersleutel aan relais 1 (grootbereik) toewijzen................
  • Pagina 4 Transpondersleutel met groot- en kortbereikfunctie aan een schakelactor/deuropener toewijzen ..... 33 Toewijzing van transpondersleutel aan schakelactor/deuro- pener wissen ..............35 Relais/actoren - wat schakelt wanneer? ......37 5 regels voor het selecteren van de juiste modus ..... 38 Modus aan een transpondersleutel toewijzen ....39 Modus van een sleutelgroep wijzigen.......
  • Pagina 5: Apparaatbeschrijving

    (ca. 10 cm). De transponderleeseenheid kan in standalone bedrijf bij b.v. afzonderlijke deuren of poorten worden gebruikt. Hij kan echter ook in het Gira deurcommunicatiesysteem worden geïntegreerd. De beide geïntegreerde potentiaalvrije wisselcontactrelais kunnen aan verschillende schakelprocessen worden toege- wezen, b.v.
  • Pagina 6: Schematische Afbeelding

    Schematische afbeelding TX_44 1 Inbouwbasiselement (transponderleeseenheid) 2 Verbindingskabel deurcommunica- tiesysteem 3 Afdekraam TX_44 onderste deel (niet bij levering inbegrepen) 4 Transponderafdekking 5 Status-LED 6 Afdekraam TX_44 bovenste deel (niet bij levering inbegrepen) Systeem 55 1 Inbouwbasiselement (transponderleeseenheid) 2 Verbindingskabel deurcommu- nicatiesysteem 3 Afdekraam Systeem 55 (niet bij levering inbegrepen)
  • Pagina 7 De programmeerkaart Voor ingebruikstelling en con- figuratie van de transponder- leeseenheid is een program- meerkaart (Programming Card) nodig. De programmeerkaart werkt uitsluitend in het korte bereik van de transponderleeseen- heid en kan niet voor schakelhandelingen worden gebruikt. Een programmeerkaart kan aan meerdere transponderlees- eenheden worden toegewezen zodat bij meerdere transpon- derleeseenheden slechts één programmeerkaart nodig is.
  • Pagina 8: Toepassingsgebieden

    Toepassingsgebieden Gebruik als standalone-apparaat In dit geval worden de in het inbouwbasiselement aanwezige potentiaalvrije relaiscontacten gebruikt, b.v. voor een deuro- pener met eigen voeding. Geen standalone gebruik in veiligheidskritische gebieden Niet aan te bevelen voor buitendeuren van m.n. veiligheids- kritische gebieden omdat bij demontage van de transpon- derleeseenheid door het overbruggen van de dan openlig- gende contacten de deur kan worden geopend.
  • Pagina 9 Gebruik in het deurcommunicatiesysteem De transponderleeseenheid kan via de meegeleverde verbin- dingskabel op het deurcommunicatiesysteem worden aan- gesloten. Daardoor kan de transponderleeseenheid b.v. het deuropenercontact van het besturingapparaat aansturen of een schakelhandeling van een schakelactor activeren. 1 Huisstation Vrij spreken opbouw 2 Deurstation inbouw met transponderleeseenheid 3 Voedingseenheid...
  • Pagina 10: Bediening

    Bediening Grootbereik Voor grootbereikbediening moet het grootbereikzone met de transpondersleutel worden betreden. Wanneer de transpondersleutel wordt herkend, wordt met een positief bevestigingssignaal de vooraf bepaalde schakel- handeling uitgevoerd. Een onbevoegde resp. nog niet toegewezen transponder- sleutel wordt aangegeven met een negatief bevestigingssig- naal.
  • Pagina 11 Kortbereik Om de kortbereikschakelfuncties te activeren moet de trans- pondersleutel of de transponderkaart kort voor de transpon- derleeseenheid worden gehouden. Wanneer de transpondersleutel (of transponderkaart) wordt herkend, wordt met een positief bevestigingssignaal de vooraf bepaalde schakelhandeling uitgevoerd. Een onbevoegde resp. nog niet toegewezen transponder- sleutel (of transponderkaart) wordt aangegeven met een negatief bevestigingssignaal.
  • Pagina 12: Bevestigingssignalen

    Bevestigingssignalen De transponderleeseenheid geeft bij bediening en ingebruik- stelling verschillende bevestigingssignalen: Positief bevestigingssignaal De transponderleeseenheid geeft een lange bevestigings- toon, de LED brandt op hetzelfde moment groen. Negatief bevestigingssignaal De transponderleeseenheid geeft drie korte bevestigings- tonen, de LED brandt op hetzelfde moment rood. Programmeermodus geactiveerd De LED brandt oranje.
  • Pagina 13: Verloop Van De Ingebruikstelling

    Verloop van de ingebruikstelling Voor ingebruikstelling van de transponderleeseenheid moe- ten de volgende stappen in de weergegeven volgorde wor- den uitgevoerd: Transponderleeseenheid installeren (vanaf p. 14) de LED knippert groen II. Programmeerkaart toewijzen (pag. 17) Houd de programmeerkaart 3 sec. voor de transponderleeseenheid III.
  • Pagina 14: Aansluitklemmen

    Relais 1 NC (verbreekcontact) Relais 1 Relais 1 COM Relais 1 NO (maakcontact) niet gebruiken Service niet gebruiken GND voor Gira deurcommunicatie Deurcommunicatie (voorgemonteerd) COM-bus voor Gira deurcommunicatie Relais 2 NO (maakcontact) Relais 2 Relais 2 COM Relais 2 NC (verbreekcontact)
  • Pagina 15: Montage

    Montage 1. Neem de benodigde klemmenstrook uit het inbouwba- siselement en sluit deze aan conform de klemmenconfi- guratie. 2. Steek de klemmenstrook op het inbouwbasiselement. 3. Monteer het inbouwbasiselement in de gangbare inbouwdoos. 4. Installeer het afdekraam en plaats de afdekking van de transponderleeseenheid.
  • Pagina 16: Aanwijzingen Voor Programmering

    Aanwijzingen voor programmering Neem bij programmering van de transponderleeseenheid de volgende aanwijzingen in acht: • Voordat de transponderleeseenheid in de programmeer- modus wordt gezet, mag zich geen transpondersleutel in het detectiegebied bevinden (anders wordt mogelijk de programmeerkaart niet herkend) • In de programmeermodus is het bereik van de transpon- derleeseenheid beperkt tot het korte bereik zodat er geen ongewenste transpondersleutels worden ingeleerd.
  • Pagina 17: Programmeerkaart Toewijzen

    Programmeerkaart toewijzen Bij levering is aan de transponderleeseenheid nog geen pro- grammeerkaart toegewezen. In dat geval knippert de LED van de transponderleeseenheid groen. Bij de eerste ingebruikstelling moet eerst de programmeer- kaart aan de transponderleeseenheid worden toegewezen: De LED knippert groen. 1.
  • Pagina 18: Transpondersleutel Aan Relais 1 (Grootbereik) Toewijzen

    Transpondersleutel aan relais 1 (grootbereik) toewijzen 1. Houd de programmeerkaart 3 sec. voor de transpon- derleeseenheid tot een bevestigingstoon klinkt. Er volgt nog een bevestigingstoon, de LED knippert een keer groen en brandt vervolgens oranje. 2. Houd de toe te wijzen transpondersleutel 1 keer voor de transponderleeseenheid tot een bevestigingstoon klinkt en de LED groen knippert.
  • Pagina 19: Transpondersleutel Aan Relais 2 (Kortbereik) Toewijzen

    Transponderkaart aan relais 2 (kortbereik) toewijzen 1. Houd de programmeerkaart 3 sec. voor de transpon- derleeseenheid tot een bevestigingstoon klinkt. Er volgt nog een bevestigingstoon, de LED knippert een keer groen en brandt vervolgens oranje. 2. Houd de toe te wijzen transponderkaart 2 keer met steeds 1 sec.
  • Pagina 20: Transpondersleutel Aan Relais 1 + 2 Toewijzen

    Transpondersleutel aan relais 1 + 2 toewijzen 1. Houd de programmeerkaart 3 sec. voor de transpon- derleeseenheid tot een bevestigingstoon klinkt. Er volgt nog een bevestigingstoon, de LED knippert een keer groen en brandt vervolgens oranje. 2. Houd de toe te wijzen transpondersleutel 3 keer met steeds 1 sec.
  • Pagina 21: Transpondersleutel / Transponderkaart Wissen

    Transpondersleutel / transponderkaart wissen 1. Houd de programmeerkaart 3 sec. voor de transpon- derleeseenheid tot een bevestigingstoon klinkt. Er volgt nog een bevestigingstoon, de LED knippert een keer groen en brandt vervolgens oranje. 2. Houd de te wissen transpondersleutel/-kaart 4 keer met steeds 1 sec.
  • Pagina 22: Schakeltijd Van De Relais Instellen

    Schakeltijd van de relais instellen De contacttijd van de relais kan worden ingesteld van 3 tot 30 seconden. De ingestelde contacttijd geldt zowel voor het kortbereik- als het grootbereikrelais. De contacttijd van de relais wordt als volgt ingesteld: 1. Houd de programmeerkaart 6 sec. voor de transpon- derleeseenheid tot de 2e bevestigingstoon klinkt.
  • Pagina 23: Bevestigingstonen In-/Uitschakelen

    Bevestigingstonen in-/uitschakelen Bevestigingstoon bij het programmeren De bevestigingstonen bij het programmeren van de trans- ponderleeseenheid kunnen niet worden uitgeschakeld. Bij herkenning van een geldige resp. ongeldige transponder- sleutel resp. Transponderkaart geeft de transponderleeseen- heid een bevestigingstoon. Deze bevestigingstoon kan als volgt worden in- resp. uitge- schakeld: 1.
  • Pagina 24: Bereik Van De Grootbereikzone Instellen

    Bereik van de grootbereikzone instellen Het nominale bereik van de grootbereikzone van de trans- ponderleeseenheid bedraagt ca. 1,50 m. Dit bereik kan indien gewenst tot ongeveer de helft worden gereduceerd. Beperkt bereik in een metalen omgeving Het nominale bereik van de transponderleeseenheid is in een metalen omgeving beperkt.
  • Pagina 25: Reset Naar Standaardinstelling - Alle Toewijzingen Wissen

    Reset naar standaardinstelling - alle toewijzingen wissen De transponderleeseenheid kan worden gereset naar de standaardinstelling. In dat geval gaan alle toewijzingen en instellingen verloren. Een reset naar standaardinstelling wordt als volgt uitge- voerd: 1. Houd de programmeerkaart 3 sec. voor de transpon- derleeseenheid tot een bevestigingstoon klinkt.
  • Pagina 26: Integratie In Het Deurcommunicatiesysteem

    3 Voedingseenheid 24 VDC 4 Schakelactor 5 Besturingapparaat 6 Deuropener De transponderleeseenheid kan op het Gira deurstation inbouw en op de Inbouwluidspreker worden aangesloten. Via vooraf ingeleerde transpondersleutels kunnen maximaal 16 schakelactoren (8 groepsactoren + 8 individuele schakel- actoren) en de deuropenerfunctie worden aangestuurd.
  • Pagina 27: Aansluiten Op Het Deurcommunicatiesysteem

    Aansluiten op het deurcommunicatiesysteem De transponderleeseenheid moet met de meegeleverde ver- bindingskabel op een deurcommunicatie-busaankoppelaar of belknoppenbasiselement van het Gira deurcommunicatie- systeem worden aangesloten. 1 Transponderleeseenheid 2 Deurcommunicatie-busaankoppelaar Bij gebruik met het deurcommunicatiesysteem moet de transponderleeseenheid door een aanvullende voeding wor- den gevoed.
  • Pagina 28 Rechtstreekse toewijzing/groepstoewijzing Bij het toewijzen wordt onderscheid gemaakt tussen: • rechtstreekse toewijzing van afzonderlijke transponder- sleutels (of transponderkaarten) aan een individuele scha- kelactor. • groepstoewijzing van alle transpondersleutels (of trans- ponderkaarten) aan een schakelactor. Bij groepstoewijzing activeren alle aan de transponder- leeseenheid toegewezen transpondersleutels (of trans- ponderkaarten) een schakelhandeling bij de schakelactor.
  • Pagina 29: Transpondersleutel Met Grootbereikfunctie Aan Een Schakelactor/Deuropener Toewijzen

    Transpondersleutel met grootbereikfunctie aan een scha- kelactor/deuropener toewijzen Voor het toewijzen moeten de programmeerkaart en alle transpondersleutels/-kaarten aan de transponderleeseenheid worden toegewezen, zie vanaf pag. 17. 1. Druk op het besturingapparaat gedurende 3 sec. op de toets "Systemprogr." om de programmeermodus te star- ten.
  • Pagina 30 4. Druk op het besturingapparaat op de toets "System- progr." om de programmeermodus te beëindigen. Transponderkaart toewijzen De transponderkaart schakelt de schakelactor in de kortbe- reikzone. De transponderkaart wordt toegewezen zoals hier- boven beschreven. Groepstoewijzing Wanneer een groep transpondersleutels/-kaarten moet wor- den toegewezen, moet in plaats van de transpondersleutel de programmeerkaart voor de transponderleeseenheid wor- den gehouden.
  • Pagina 31: Transpondersleutel Met Kortbereikfunctie Aan Een Schakelactor/Deuropener Toewijzen

    Transpondersleutel met kortbereikfunctie aan een scha- kelactor/deuropener toewijzen Voor het toewijzen moeten de programmeerkaart en alle transpondersleutels/-kaarten aan de transponderleeseenheid worden toegewezen, zie vanaf pag. 17. 1. Druk op het besturingapparaat gedurende 3 sec. op de toets "Systemprogr." om de programmeermodus te star- ten.
  • Pagina 32 5. Druk op het besturingapparaat op de toets "System- progr." om de programmeermodus te beëindigen. Transponderkaart toewijzen De transponderkaart schakelt de schakelactor in de kortbe- reikzone. De transponderkaart wordt toegewezen zoals hier- boven beschreven. Groepstoewijzing Wanneer een groep transpondersleutels/-kaarten moet wor- den toegewezen, moet in plaats van de transpondersleutel de programmeerkaart voor de transponderleeseenheid wor- den gehouden.
  • Pagina 33: Transpondersleutel Met Groot- En Kortbereikfunctie Aan Een Schakelactor/Deuropener Toewijzen

    Transpondersleutel met groot- en kortbereikfunctie aan een schakelactor/deuropener toewijzen Voor het toewijzen moeten de programmeerkaart en alle transpondersleutels/-kaarten aan de transponderleeseenheid worden toegewezen, zie vanaf pag. 17. 1. Druk op het besturingapparaat gedurende 3 sec. op de toets "Systemprogr." om de programmeermodus te star- ten.
  • Pagina 34 Er kunnen nu nog meer transpondersleutels worden toe- gewezen. 4. Druk op het besturingapparaat op de toets "System- progr." om de programmeermodus te beëindigen. Transponderkaart toewijzen De transponderkaart schakelt de schakelactor in de kortbe- reikzone. De transponderkaart wordt toegewezen zoals hier- boven beschreven.
  • Pagina 35: Toewijzing Van Transpondersleutel Aan Schakelactor/Deuro- Pener Wissen

    Toewijzen transpondersleutel aan schakelactor/deuropener wissen 1. Druk op het besturingapparaat gedurende 3 sec. op de toets "Systemprogr." om de programmeermodus te star- ten. De LED op het besturingapparaat knippert. De transponderleeseenheid geeft een bevestigingstoon en de LED knippert oranje. De bedrijfsstand-LED van de schakelactor knippert. 2.
  • Pagina 36 Transponderkaart wissen Een transponderkaart wordt gweist zoals hierboven beschreven. Groepstoewijzing wissen Wanneer een groep transpondersleutels/-kaarten moet wor- den gewist, moet in plaats van de transpondersleutel de programmeerkaart voor de transponderleeseenheid worden gehouden.
  • Pagina 37: Relais/Actoren - Wat Schakelt Wanneer

    Relais/actoren - wat schakelt wanneer? In de basisconfiguratie gelden bij het toewijzen van de scha- kelactoren de volgende regels: • de relais van de transponderleeseenheid worden niet ge- schakeld zodra een schakelactor is toegewezen. • een individuele schakelactor heeft altijd een hogere priori- teit dan een groepsschakelactor.
  • Pagina 38: Regels Voor Het Selecteren Van De Juiste Modus

    5 regels voor het selecteren van de juiste modus Regel 1: Wanneer er geen schakelactoren van het deurcommunicatie- systeem zijn toegewezen, worden altijd de aan de transpon- dersleutel* toegewezen relais geschakeld. Regel 2: Wanneer de relais gezamenlijk met een schakelactor (indivi- dueel /groeps) moeten schakelen, moet modus 3 of 4 wor- den geselecteerd.
  • Pagina 39: Modus Aan Een Transpondersleutel Toewijzen

    Modus aan een transpondersleutel toewijzen Handel als volgt om aan een transpondersleutel de betref- fende modus toe te wijzen: 1. Druk op het besturingapparaat gedurende 3 sec. op de toets "Systemprogr." om de programmeermodus te star- ten. De LED op het besturingapparaat knippert. De transponderleeseenheid geeft een bevestigingstoon en de LED knippert oranje.
  • Pagina 40: Modus Van Een Sleutelgroep Wijzigen

    Modus van een sleutelgroep wijzigen Handel als volgt om aan een groep sleutels de betreffende modus toe te wijzen: 1. Druk op het besturingapparaat gedurende 3 sec. op de toets "Systemprogr." om de programmeermodus te star- ten. De LED op het besturingapparaat knippert. De transponderleeseenheid geeft een bevestigingstoon en de LED knippert oranje.
  • Pagina 41: Voorbeeld 1: Ingebruikstelling Standalone Bedrijf

    Voorbeeld 1: Ingebruikstelling standalone bedrijf In dit voorbeeld schakelt relais 1van de transponderleeseen- heid de deuropener. De deuropenerfunctie moet worden geactiveerd zodra de toegewezen transpondersleutel zich in het detectiegebied (grootbereikzone) van de transponderleeseenheid begeeft. Schakeling 1 Transponderleeseenheid 2 Deuropener 3 Voedingseenheid 24 V DC 4 Voedingseenheid van de deuropener...
  • Pagina 42 Ingebruikstelling 1. Voorafgaand aan de eerste ingebruikstelling moet de programmeerkaart aan de transponderleeseenheid wor- den toegewezen: Houd daarvoor de programmeerkaart 3 seconden voor de transponderleeseenheid. 2. Wijs in de programmeermodus de transpondersleutel toe aan relais 1: Houd daarvoor de transpondersleutel 1 seconde voor de transponderleeseenheid.
  • Pagina 43: Voorbeeld 2

    Voorbeeld 2: Ingebruikstelling deurcommunicatiesysteem In de eengezinswoning moeten alle bewoners met hun trans- pondersleutel de deur kunnen openen (groepstoewijzing). Geselecteerd personen moeten de buitenverlichting via de kortbereikfunctie kunnen inschakelen. Schakeling 1 Deurstation met transponderleeseenheid 2 Huisstation opbouw 3 Voedingseenheid 24 VDC 4 Schakelactor 5 Besturingapparaat 6 Deuropener...
  • Pagina 44 Ingebruikstelling 1. Voorafgaand aan de eerste ingebruikstelling moet de programmeerkaart aan de transponderleeseenheid wor- den toegewezen: Houd daarvoor de programmeerkaart 3 seconden voor de transponderleeseenheid. 2. Alle transpondersleutels moeten eerst aan de transpon- derleeseenheid worden toegewezen: Houd daarvoor in de programmeermodus alle transpon- dersleutels telkens 1 seconde voor de transponderlees- eenheid.
  • Pagina 45 De deuropener toewijzen Alle bewoners van de woning moeten de deur met hun trans- pondersleutel in de grootbereikzone kunnen openen. 1. Start op het besturingapparaat de programmeermodus. 2. Start op het besturingapparaat de dueropenerprogram- meermodus. 3. Voer de groepstoewijzing uit met de programmeerkaart: Houd daarvoor de programmeerkaart 1 seconde voor de transponderleeseenheid.
  • Pagina 46: Voorbeeld 3: Integratie In Het Deurcommunicatiesysteem Zonder Spraakfunctie

    Voorbeeld 3: integratie in het deurcommunicatiesysteem zonder spraakfunctie Wanneer geen spraakfunctie nodig is, kan de transponder- leeseenheid als volgt in het deurcommunicatiesysteem wor- den geïntegreerd: 1 Transponderleeseenheid 2 Busaankoppelaar deurcommunicatie 3 Voeding 24 V DC 4 Schakelactor 5 Besturingapparaat 6 Deuropener Voor ingebruikstelling in acht nemen! Voorafgaand aan de ingebruikstelling moet de busaankop- pelaar aan het besturingapparaat worden toegewezen.
  • Pagina 47: Wekingang

    Wekingang Wanneer de wekingang niet is bedraad wordt het relais geschakeld zodra een bevoegde transpondersleutel of trans- ponderkaart zich in het detectiegebied van de transponder- leeseenheid begeeft. Wanneer op de wekingang een drukcontact (verbreekcon- tact) naar GND wordt aangesloten, zoekt de transponder- leeseenheid pas na activering (door het openen van het con- tact) naar bevoegde transpondersleutels.
  • Pagina 48: Relais Van De Transponderleeseenheid

    Relais van de transponderleeseenheid De transponderleeseenheid beschikt over 2 potentiaalvrije wisselcontactrelais (belastbaarheid: 24 V / 1,6 A AC/DC) die door de transponders op verschillende manieren kunnen worden aangestuurd: Relais 1: • door transpondersleutels in de grootbereikzone • door transpondersleutels in de kortbereikzone (bij noodbe- diening, wanneer de batterij leeg is, voorhoudduur >...
  • Pagina 49: Batterij Van De Transpondersleutel Vervangen

    Batterij van de transpondersleutel vervangen De transpondersleutel wordt gevoed met een lithium knoop- cel (CR 2032). De batterij van de transpondersleutel heeft een levensduur van ca. 3 jaar. Om de knoopcel te vervangen kan de transpondersleutel zonder gereedschap worden geopend: 1.
  • Pagina 50: Bewaren Van Transpondersleutels

    Bewaren van transpondersleutels De permanente aanwezigheid van een transpondersleutel (b.v. aan een sleutelplank) in het detectiegebied moet wor- den voorkomen. Ten eerste raakt de batterij hierdoor aanmerkelijk sneller leeg dan in normaal bedrijf. Ten tweede kan een transpondersleu- tel die zich in het detectiegebied bevindt spontaan "ontwa- ken", een antwoord naar de transponderleeseenheid zenden en daardoor een actie tot gevolg hebben (b.v.
  • Pagina 51: Procedure Bij Verlies Van De Programmeerkaart

    Bij verlies van de programmeerkaart kan de transponderlees- eenheid niet meer worden geconfigureerd. In dat geval moet de transponderleeseenheid samen met de meegeleverde vei- ligheidskaart (Security Card) naar het Gira Service Center worden opgestuurd. Daar wordt een reset naar de stan- daardinstelling uitgevoerd, d.w.z. alle toewijzingen worden gewist.
  • Pagina 52: Gedrag Bij Oververhitting

    Gedrag bij oververhitting Ter bescherming van de elektronica wordt vanaf 55 °C de sleuteldetectie van de transponderleeseenheid langzamer uitgevoerd. Bij het bereiken van de oververhittingstempera- tuurwaarde (60 °C) wordt de leesfunctie van de elektronica tijdelijk onderbroken. In deze toestand knippert de LED elke 10 sec. oranje. Nadat de temperatuur is gedaald wordt automatisch normaal bedrijf hervat.
  • Pagina 53: Technische Gegevens

    Technische gegevens Voeding: 24 V DC ± 10 %, 300 mA Beschermingsklasse: IP 20 (Systeem 55) IP 44 (TX_44) Temperaturbereik: -20 °C tot +55 °C ESD-bestendigheid: maximaal 8 kV Relaisbelastbaarheid: 24 V / 1,6 A AC/DC Bescherming van de relais door vrijloopdiode Ter bescherming van de relaiscontacten wordt aanbevolen bij het aansluiten van inductieve belastingen (b.v.
  • Pagina 54: Garantie

    De wettelijk vereiste garantie wordt uitgevoerd via de vak- handel. Een gebrekkig apparaat kunt u met een omschrijving van de fout aan de betreffende verkoper ((elektrotechnische) vak- handel/installatiebedrijf) overhandigen of portvrij opsturen. Deze stuurt het apparaat door naar het Gira Service Center.
  • Pagina 56 Gira Giersiepen GmbH & Co. KG Elektrotechnische installatie- systemen P.O. Box 1220 42461 Radevormwald Duitsland Tel +49 (0) 21 95 / 602 - 0 Fax +49 (0) 21 95 / 602 - 191 www.gira.nl info@gira.nl...

Inhoudsopgave