5. Installatie en bediening
5.1 Aanwijzingen voor de installateur
VOORZICHTIG!
Alle installatie-, aansluit- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel dat aan de volgende vereisten
voldoet:
a) Vergunning van ons bedrijf;
b) Toelating van de lokale gasleverancier.
Naast deze aanbevelingen dienen de volgende voorschriften in acht te worden
genomen:
1) DVGW TRGI (Technische voorschriften betreffende de
gasinstallatie);
2) TRF (Technische voorschriften betreffende vloeibaar gas);
3) DVGW G 631 (Installatie van gasverbruiksinrichtingen voor de
professionele keuken).
Bovendien moeten de juiste voorschriften betreffende de bouw, handel, veiligheid
en van de NEN1010 in acht worden genomen.
VOORZICHTIG!
Onjuiste installatie, onderhoud, reiniging of wijzigingen aan het apparaat
kunnen leiden tot ernstig letsel of de dood en schade aan het apparaat.
5.1.1 Veiligheidsaanwijzingen
Zorg ervoor dat de gastoevoer op de plaats van installatie voldoende is om het
apparaat te bedienen.
Stel het apparaat vóór aanvang van de testrun in en verwijder alle brandbare
materialen en producten uit de omgeving.
Voer vóór de inbedrijfstelling een lektest uit met zeepsop (spray voor lekdetectie).
Stop de gastoevoer voordat u het apparaat reinigt of onderhoudt (sluit het
gasflesventiel)
- 144 -