3.2
Positie van het achterwiel
VOORZICHTIG
Controleer de werking en de afstelling van de remmen nadat de
achterwielen verplaatst zijn, zie §3.5.
Stel de positie van de achterwielen als volgt af:
1. Verwijder de 4 inbusbouten in de gaten (2) van montageplaat
(1).
2. Schuif de montageplaat naar voor of achter binnen het bereik
van de afstelgaten.
3. Zet de vier inbusbouten vast in de gaten (2).
Voor V300 30°, V500 30°, V00 Light 30° en afhankelijk van
gebruik:
We adviseren om de montageplaat (1) van de achterwielen in
de achterste positie te monteren.
Als het de bedoeling is om de rolstoel met gekantelde rug te
verplaatsen, kunnen best twee kantelbeveiligingsrollen (2)
gemonteerd worden.
3.3
Zithoogte en hoek
3.3.1 Instelgegevens
De zit van de V300 & V500 rolstoelen is instelbaar in hoogte en in zithoek (0°-2,5°-5°-7,5°-10°).
De instelwaarden hangen af van het rolstoelmodel zoals deze verzameld zijn in tabellen 1 tot 3
in deze paragraaf. Volgend op de tabel staat een illustratie van de afstelpunten. De
afstelprocedure wordt in §3.3.2 uitgelegd.
De tabelwaarden zijn de waarden voor een standaard zithoek van 5°. Voor andere zithoek-
zithoogte combinaties kunt u dezelfde tabel gebruiken. Indien u de juiste zithoek-zithoogte
combinatie niet kunt vinden, neem dan contact op met Vermeiren.
Het instellen van de zithoogte en zithoek gebeurt door:
• Bus (B) naar een positie boven of onder de houder (C) van de zwenkwielas te verplaatsen;
• Het voorwiel hoger of lager in de voorvork (A) te monteren;
• Het achterwiel hoger of lager in de montageplaat (D) te monteren.
Rolstoelen met Bi5 armsteunen:
Installeer de achterwielen niet in de hoogste positie (gat 1) om schade aan de wielen en
armsteunen te vermijden.
Kans op letsel of schade
Installatiehandleiding
- 5 -
V-serie rolstoelen
2023-07
Afstellen
1
2
1
2
NL