NL
3.3.2 Hoogte van het achterwiel en voorwiel instellen
Stel de hoogte van het achterwiel als volgt af:
1. Verwijder de achterwielen (zie de gebruiksaanwijzing).
2. Demonteer het ashuis (E) van de achterwielen uit de montageplaat
(D) en plaats het terug in het juiste gat volgens de tabellen in §3.3.1.
3. Herhaal dit voor het andere achterwiel. Zorg ervoor dat beide as-
huizen op dezelfde positie zitten.
4. Verifieer dat de beide ashuizen (E) goed vast zitten.
Stel de hoogte van de voorwielen als volgt af:
1. Verwijder de afdekdop van de framebuis.
2. Verwijder moer (31) van de zwenkwielas (F) en vang alle losse onderdelen
op.
3. Demonteer het voorwiel en plaats het terug in voorvork (A); in het juiste gat
volgens de tabellen in §3.3.1.
4. Verifieer of de positie van bus (B) t.o.v. de zwenkwielas correct is, zie de
tabellen in §3.3.1.
5. Monteer de zwenkwielas (F) tezamen met bus (B) terug in het huis (C), zie
de opengewerkte tekening hiernaast. Draai moer (31) goed vast.
6. Controleer de spanning op de zwenkwielas (F); zorg ervoor dat deze soepel
draait, zonder speling.
7. Herhaal dit voor het andere voorwiel. Zorg ervoor dat de beide voorwielen
op dezelfde positie zitten.
Eindafstelling
1. Plaats de achterwielen.
2. Indien deze juist gemonteerd werden, dan staan de zwenkwielassen van de
voorwielen loodrecht op de grond. Volg de instructie in de volgende
paragraaf om, indien nodig, de hoek van de zwenkwielassen in te stellen.
3. Stel tenslotte de remmen af volgens de instructies in § 3.4.
Installation manual
- 8 -
V-serie rolstoelen
2023-07
Afstellen
1
3
2
4
D
E
31
C
B
F
A