Opnamemodi
5
Selecteer de diafragmawaarde of sluitersnelheid.
AUTO
AUTO
Diafragma
Terug
Verpl.
6
Selecteer een optie.
• Als u AUTO selecteert, worden diafragma en sluitertijd
automatisch aangepast.
7
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Geavanceerde functies
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met
uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
1
Druk in de opnamemodus op [
2
Selecteer Programma.
3
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
Opnameopties
.)
"
"
4
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
35
].