B
2.Zet de klep in stand B.
3.Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruim-
te.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
•
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
•
Gebruik niet meer dan 120 ml.
•
Stel niet het programma met voor-
was in.
•
Stel de startuitstelfunctie niet in.
Wanneer de klep zich in stand B bevindt en u was-
poeder wenst te gebruiken:
1. Verwijder de lade.
2.Zet de klep in stand A.
3.Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruim-
te.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Draai de programmaschakelaar om het
programma in te stellen:
A
•
Het indicatielampje
•
Het display toont het niveau van de Time
Manager, de programmaduur en de
indicatielampjes van de programmafases.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN
UITGESTELDE START
Druk op
.
•
Het indicatielampje
knipperen en blijft branden.
•
Het indicatielampje
knipperen.
•
Het programma start, de deur is
vergrendeld en het display toont de
weergave
•
De afvoerpomp kan even werken als het
apparaat gevuld wordt met water.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
•
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
•
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN
UITGESTELDE START
1. Druk nogmaals op
gewenste startuitstel verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden op
het display.
2. Druk op
:
•
De machine begint de tijd af te tellen.
•
De deur wordt vergrendeld, het display
toont de aanduiding
•
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
knippert.
.
stopt met
begint te
.
tot op het display het
.
19