10
2
Functies van het bediendeel 6139
2.1
In- en uitloopvertragingen
Algemene
Uw systeem heeft vooraf ingestelde in- en uitlooptijdvertragingen. Wanneer u uw
Informatie
beveiligingssysteem inschakelt, geeft de uitloopvertraging u de tijd om het pand te
verlaten via de daartoe aangewezen uitgangsdeur, zonder dat er een alarm wordt
veroorzaakt. De uitloopvertraging begint direct na inschakelen en is van toepas-
sing op alle inschakelmodi. Indien geprogrammeerd, zal een langzaam piepend
geluid te horen zijn tijdens de uitloopvertragingstijd dat sneller wordt tijdens de
laatste 5 seconden van de vertragingsperiode.
De Inlooptijdvertraging geeft u de tijd om het systeem uit te schakelen wanneer u
het pand betreedt door de daarvoor bestemde ingangsdeur. Maar het systeem
moet uitgeschakeld zijn voordat de inlooptijdvertraging afgelopen is. Wanneer er
niet binnen deze vertragingsperiode is uitgeschakeld, zal een alarmsituatie ont-
staan. Het bedienpaneel zal piepen tijdens de inlooptijd, om u eraan te herinneren
dat het systeem uitgeschakeld dient te worden. U kunt het systeem ook inschake-
len zodat de inlooptijdvertraging niet wordt gebruikt bij het betreden van het pand,
door middel van het inschakelen middels de DIRECT of MAXIMUM modus. Deze
modi bieden een directere beveiliging terwijl u zelf in het pand aanwezig bent of
wanneer u voor langere tijd afwezig bent. Neem contact op met uw installateur
voor vragen over de in- en uitloopvertraging in uw systeem.
2
Functies van het bediendeel 6139
2.2
Controleren op openstaande zones
Voordat u uw systeem kunt inschakelen, dienen alle beveiligde deuren, ramen en
andere beveiligde zones te zijn gesloten of anders overbrugd (zie verderop het
hoofdstuk "Overbruggen van zones"). Wanneer een of meerdere zones niet zijn
gesloten ziet u op het bediendeel dat het systeem niet gereed is. Met de GEREED
[*] toets kunt u alle nog openstaande zones weergeven, zodat u de nog open-
staande zones kunt sluiten.
Uw installateur kan desgewenst uw systeem programmeren zodat u het systeem
kunt inschakelen ondanks dat een zone in de uitgangsroute nog openstaat tijdens
de inschakelprocedure. Deze zone moet dan wel gesloten zijn wanneer de uitloop-
tijdvertraging is verstreken, anders zal het systeem in alarm gaan.
Uw installateur kan het systeem ook zodanig programmeren dat het systeem
NIET in alarm gaat bij het nog openstaan van de zone in de uitlooproute na het
verstrijken van de uitlooptijdvertraging. De betreffende, nog openstaande zone zal
dan automatisch overbrugd worden, waarna het systeem met de overige zones
wordt ingeschakeld. Dit kan ongewenste alarmen voorkomen wanneer gebruikers
regelmatig niet snel genoeg zijn om de uitlooproutedeur(en) te sluiten. Groot na-
deel hierbij is wel dat de automatisch overbrugde zone niet is beveiligd!
Het weergeven van nog openstaande zones:
Als alle zones veilig en gesloten zijn zal tevens
** SYSTEEM UIT **
een groen lampje op het bediendeel branden.
[*] voor fouten
Wanneer dit lampje niet brandt kan het sys-
teem alleen ingeschakeld worden indien de nog
openstaande zones zich in de uitlooproute be-
vinden. Wanneer dit niet het geval is dient u de
nog openstaande zones eerst te sluiten, of deze
te overbruggen.
1.
Voer nog niet de beveiligingscode in, maar druk eerst op de GEREED [*] toets.
FOUT 05 DEUR
Gebruikelijke foutweergave
BEGANE GROND
2.
Het "Gereed Voor In" bericht
** SYSTEEM UIT **
gegeven als alle beveiligde zones gesloten of
Gereed voor IN..
overbrugd zijn.
11
*
zal worden weer-