Installeren/verbinden
Onderdelenlijst:
A Voorpaneel .................................................................(×1)
B Plaatje .............................................................................(×1)
C Bevestigingshuls .....................................................(×1)
D Bedradingsbundel .................................................(×1)
E Verwijderstaafje ......................................................(×2)
F DAB-kleefantenne *
G DAB-antenneversterker *
H Kabelklem *
1
..............................................................(×3)
I Reinigingsmiddel *
1
• *
Uitsluitend KDC-DAB41U
Basisprocedure
1 Haal de sleutel uit het contactslot en
ontkoppel vervolgens de · aansluiting
van de auto-accu.
2 Bevestig de DAB-antenne.
\ <Bevestiging van de DAB-antenne
(uitsluitend KDC-DAB41U)> (pagina 34)
3 Verbind de in- en uitgangsdraden op de
juiste wijze.
\ <Verbinden van draden> (pagina 32)
4 Installeer het toestel in de auto.
\ <Installeren van het toestel> (pagina 33)
5 Verbind de · aansluiting van de auto-
accu weer.
6 Stel het toestel terug. (pagina 3)
Waarschuwing
■
Dit toestel kan uitsluitend worden
gemonteerd in een auto met 12 Volt
gelijkstroom, negatieve aarding.
■
Het verbinden van het ontstekingsdraad
(rood) en het accudraad (geel) met het
autochassis (aarding), kan kortsluiting en
brand veroorzaken. Verbind deze draden met
de stroombron via het zekeringenkastje.
■
Ontkoppel de negatieve accupool en maak
alle elektrische verbindingen alvorens het
toestel in te bouwen.
30
Nederlands
1
.............................................(×1)
1
..................................(×1)
1
...............................................(×1)
■
Isoleer niet-aangesloten kabels met
isolatieband of ander geschikt materiaal. Om
kortsluiting te voorkomen mag u de kapjes
op de uiteinden van de niet-aangesloten
kabels of aansluitingen niet verwijderen.
■
Aard dit toestel beslist op het autochassis na
het monteren.
■
Wanneer de voeding niet wordt
ingeschakeld ("PROTECT" wordt
weergegeven), kan er kortsluiting zijn in
een van de luidsprekerdraden of maakt
de draad contact met het chassis van de
auto, waardoor de beschermingsfunctie
wordt geactiveerd. Daarom moet u de
luidsprekerkabel controleren.
Let op
■
Indien het contactslot van uw auto geen ACC
stand heeft, moet u de ontstekingsdraden
verbinden met een stroombron die met de
contactsleutel kan worden ingeschakeld en
uitgeschakeld. Indien u het ontstekingsdraad
verbindt met een stroombron waar constant
spanning op staat, bijvoorbeeld accudraden,
zal de accu worden uitgeput.
■
Installeer dit toestel in de console van uw
voertuig. Controleer dat het voorpaneel bij
het openen en sluiten niet een afdekking
(indien aanwezig) of onderdeel van het
dashboard raakt.
■
Controleer na het installeren van het
toestel of de remlichten, richtingaanwijzers,
ruitenwissers enz. van het voertuig juist
functioneren.
■
Installeer het toestel onder een maximale
hoek van 30˚.
■
Als de zekering is doorgebrand, controleert
u eerst of de kabels elkaar niet raken en zo
een kortsluiting veroorzaken en vervangt
u vervolgens de oude zekering door een
nieuwe met dezelfde stroomsterkte.