Paginaformaat
Deze instelling is gekoppeld aan de instelling [Paginaformaat] om de grootte
van de te scannen documenten in te stellen. Als u op de knop [Gebruikerskeuze]
klikt, wordt het dialoogvenster [Gebruikerskeuze paginaformaat] geopend,
waarin niet-standaard paginaformaten kunnen worden geregistreerd als
paginaformaten van gebruikerskeuze.
Vlak
Selecteer het te scannen vlak.
→ De vlakinstellingen die hier zijn vermeld, worden in de volgende gevallen
genegeerd:
Als het paginaformaat [Automatische detectie] is geselecteerd
Als [Herkenning tekstrichting] is ingeschakeld op het tabblad
[Beeldverwerking]
→ Als [Scheefstandcorrectie] is ingeschakeld op het tabblad [Basis], is het
mogelijk dat het opgegeven vlak is verplaatst.
Vlakvenster
De omvang van het Vlakvenster komt overeen met de pagina-instelling en het
vlak in het paneel geeft het huidige scanvlak aan.
Het scanvlak kan worden aangepast door de hendels die het vlakvenster
afbakenen met de muis te verplaatsen.
→ Bij CapturePerfect verschijnt de laatst gescande afbeelding in het vlakvenster.
Marge
Met deze regelaar worden de boven-, onder-, linker- en rechtermarge rond het
scanvlak aangepast, zodat het scanvlak kan worden uitgebreid om de randen
van een document in te sluiten of het scanvlak te verkleinen om zwarte randen
rond een afbeelding te vermijden.
→ Als de randen van documenten ontbreken in gescande afbeeldingen,
verplaatst u de regelaar naar rechts om het scanvlak te vergroten.
→ Verplaats de regelaar naar links om de zwarte rand om gescande
afbeeldingen heen te elimineren door het scanvlak te verkleinen.
→ De maateenheden voor marges worden bepaald door de instelling [Eenheid].
Knop Voorbeeld (alleen TWAIN-stuurprogramma)
Klik op de knop [Voorbeeld] om één documentpagina te scannen en de
voorbeeldafbeelding in het vlakvenster weer te geven.
46
Vorige
Inhoud
Aanpassing vanhelderheid/contrast
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de
helderheid en het contrast bij het scannen.
1
Klik op de tab [Helderheid] in het dialoogvenster Eigenschappen voor ISIS/
TWAIN-stuurprogramma → gebruik de schuifregelaar [Helderheid] en
[Contrast] om de helderheid en het contrast voor het scannen aan te
passen.
U kunt de volgende instellingen opgeven:
-
[Helderheid]
De helderheid van te scannen afbeeldingen aangeven.
Als afbeeldingen te donker zijn of als tekst op de achterkant doorschijnt,
verplaatst u deze schuifregelaar naar rechts om de helderheid te verhogen.
Als afbeeldingen te licht zijn, verplaatst u de regelaar naar links om de
helderheid te verlagen.
-
[Contrast]
Het contrast van te scannen afbeeldingen aanpassen.
-
Selectievakje [Helderheid achterkant gebruikt]
Als de helderheid van de voorkant en achterkant van de documentpagina's
verschilt, schakelt u dit selectievakje in om alleen de helderheid van de
achterkant aan te passen.
-
Selectievakje [Contrast achterkant gebruikt]
Als het contrast van de voorkant en achterkant van de documentpagina's
verschilt, schakelt u dit selectievakje in om alleen het contrast van de achterkant
aan te passen.
Vorige pagina Volgende pagina
DR-2010C / DR-2510C
DR-2010C / DR-2510C