6.11.2 Terugtraprem gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De beste remwerking wordt bereikt wanneer de
pedalen zich bij het remmen in de 3-uur- resp. 9-
uur-stand bevinden. Om de loze hoek tussen rij-
en rembeweging te overbruggen is het aan te
bevelen, een stuk voorbij de 3-uur- resp. 9-uur-
stand te trappen voordat tegen de rijrichting in
wordt getrapt om te remmen.
Trap op de pedalen tegen de rijrichting in tot de
gewenste snelheid is bereikt.
6.12
Vering en demping
6.12.1 Drukdemper van de FOX-vork
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de vork worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 64: FOX-drukdemperafsteller met de standen
OPEN (1) en HARD (2)
In de stand OPEN is de drukdemping het kleinst
zodat de vork zachter aanvoelt. Gebruik de stand
HARD wanneer de vork stijver moet aanvoelen of
wanneer u op een zachte ondergrond rijdt. De
hendelstanden tussen de standen OPEN en
HARD zijn voor fijnafstelling van de drukdemping.
Het wordt aanbevolen de hendel van de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de stand
OPEN te zetten.
MY20P05-6_1.0_26.08.2019
1 1
2
6.12.2 Drukdemper van de FOX-demper
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de demper worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 65: FOX-drukdemperafsteller op de
achterbouwdemper met de standen OPEN (1). MIDDEL (2) en
HARD (3)
Gebruik de stand OPEN bij ruwe afdalingen, de
stand MIDDEL bij ongelijk terrein en de stand
HARD om efficiënt te klimmen. Zet de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de
stand OPEN.
3
2
1
Afbeelding 66: Fijnafstelling van de stand OPEN met de
afsteller (4)
De FOX-achterbouwdemper heeft een
fijnafstelling voor de stand OPEN.
Het wordt aanbevolen fijnafstelling uit te voeren
terwijl de drukdemperafsteller zich in de stand
MIDDEL of HARD bevindt.
Trek de afsteller uit.
Draai de afsteller naar de stand 1, 2 of 3.
Afstelling 1 geeft het zachtste rijgedrag,
afstelling 3 het hardste.
Druk de afsteller in om de afstelling te
vergrendelen.
Gebruik
1
2
3
4
73