Montage
Sensorhouder met bevestigingsbanden (grote nominale diameters)
kan worden gebruikt voor
• Meetinstrumenten met meetbereik DN 50 tot 4000 (2 tot 160")
• Montage op leidingen DN > 600 (24")
• 1-traverse montage of 2-traversen montage zonder 180° opstelling
• 2-traversen montage met tweeweg meting en 90° opstelling (in plaats van 180°)
Procedure:
1.
Meet de leidingomtrek. Noteer de volledige, halve of kwart omtrek.
2.
Kort de bevestigingsbanden in tot de benodigde lengte (= leidingomtrek +
30 mm (1,18 in)) en ontbraam de snijranden.
3.
Kies de montagelocatie van de sensoren met de gespecificeerde sensorafstand en
optimale inlooplengte, waarbij moet worden gewaarborgd dat niets de sensormontage
hindert over de gehele omtrek van de meetbuis.
4.
Plaats twee bandbouten over de bevestigingsband 1 en plaats circa 50 mm (2 in) van
één van de bevestigingsbanduiteinden door één van de twee
bevestigingsbandvergrendelingen en in de beugel. Plaats dan de bescherming over het
uiteinde van deze bevestigingsband en borg deze.
5.
Positioneer bevestigingsband 1 zo loodrecht mogelijk op de meetbuisas zonder deze te
verdraaien.
6.
Geleid het uiteinde van de tweede bevestigingsband door de
bevestigingsbandvergrendeling die nog vrij is en ga op dezelfde wijze te werk als bij het
uiteinde van de eerste bevestigingsband. Plaats dan de bescherming over het uiteinde
van de tweede bevestigingsband en borg deze.
7.
Zet de bevestigingsband 1 handmatig zo vast mogelijk.
8.
Plaats bevestigingsband 1 in de gewenste positie en zorg ervoor, dat deze zo loodrecht
mogelijk op de meetbuisas staat.
20
Proline Prosonic Flow W
A0044648
Endress+Hauser