NL
Veiligheid
2.5.1 Veiligheidsinstructies bediening
kookveldafzuiging
WAARSCHUWING!
ÿ
Brandgevaar door flamberen
Wanneer de kookveldafzuiging is ingeschakeld,
zuigt deze kookvet op. Door het flamberen van
gerechten kan het kookvet vuur vatten.
Reinig de kookveldafzuiging regelmatig.
X
Werk nooit met een open vlam terwijl de
X
kookveldafzuiging is ingeschakeld.
OPGELET!
Beschadiging door ingezogen voorwerpen of
papier
Kleine en lichte voorwerpen, zoals stoffen of
papieren reinigingsdoekjes, kunnen door de
kookveldafzuiging worden aangezogen. Daardoor
kan de motor beschadigd raken of kan het
luchtafvoervermogen worden aangetast.
Bewaar geen voorwerpen of papier in de buurt
X
van de kookveldafzuiging.
Gebruik de kookveldafzuiging alleen als het
X
vetfilter is geplaatst.
OPGELET!
Beschadiging door vet- en vuilafzettingen
Vet- en vuilafzettingen kunnen de werking van de
kookveldafzuiging beïnvloeden.
Zorg er steeds voor dat u het roestvrijstalen
X
vetfilter correct heeft geplaatst wanneer u de
kookveldafzuiging gebruikt.
Speciale veiligheidsinstructies voor gebruik
met luchtafvoer
GEVAAR!
ÿ
Levensgevaar door rookvergiftiging
Bij gebruik met luchtafvoer onttrekt de
kookveldafzuiging kamerlucht aan de ruimte waar
de afzuiging is opgesteld en aan de aanpalende
ruimten. Zonder voldoende aanvoer van verse
lucht ontstaat er een onderdruk. Wanneer er
tegelijkertijd met de kookveldafzuiging een
vuurhaard in gebruik is, kunnen er giftige gassen
uit de schouw of afzuigschacht in de woonruimten
worden gezogen.
Zorg dat er altijd voldoende luchttoevoer is.
X
Gebruik enkel toegestane en gekeurde
X
schakelapparatuur (bijv. raamcontactschakelaars
en onderdruksensoren) die door een bevoegde
vakman (erkend schoorsteenveger) werd
vrijgegeven.
8
Speciale veiligheidsinstructies voor gebruik
met recirculatie
Bij elke kookcyclus wordt er door het kookproces
extra vocht in de omgevingslucht geblazen. Bij
gebruik met recirculatie wordt slechts een beperkt
deel van het vocht uit de kookdampen verwijderd.
Zorg bij gebruik met recirculatie voor voldoende
X
aanvoer van verse lucht, bijvoorbeeld via een open
raam.
Zorg voor een normaal en aangenaam
X
binnenklimaat (45–60% luchtvochtigheid). Doe dit
door de natuurlijke verluchtingsopeningen te
gebruiken of gebruik de klimaatregeling in het
gebouw.
Zet na elk gebruik de kookveldafzuiging ongeveer
X
20 minuten op een lager vermogensniveau bij
gebruik met recirculatie of activeer de
automatische naloop.
2.5.2 Veiligheidsinstructies bediening
kookvelden
Vertrouw bij inductiekookvelden niet op de
X
panherkenning, maar schakel het apparaat na
gebruik altijd uit.
GEVAAR!
ÿ
Brandgevaar door onbewaakt kookveld
Olie of vet kan snel verhitten en ontvlammen.
Verhit olie of vet nooit zonder toezicht.
X
Blus olie- of vetbranden nooit met water.
X
Schakel het kookveld uit.
X
Verstik het vuur met bijv. een kookpotdeksel of
X
een branddeken.
GEVAAR!
ÿ
Explosiegevaar door ontvlambare vloeistoffen
Ontvlambare vloeistoffen in de buurt van
een kookveld kunnen ontploffen en ernstige
verwondingen veroorzaken.
Gebruik geen spuitbussen in de buurt van het
X
apparaat terwijl het in werking is.
Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen in de
X
buurt van een kookveld.
WAARSCHUWING!
ÿ
Verbrandingsgevaar door vrijkomen van hete
vloeistoffen
Als u tijdens het koken geen oogje in het zeil houdt,
kan het gebeuren dat het eten overkookt en dat er
hete vloeistoffen ontsnappen.
Houd steeds toezicht op alle kookprocessen.
X
Vermijd overkoken.
X
www.bora.com