■ ■ ■ ■ ■ Algemene informatie over de elektrische installatie
■ ■ ■ ■ ■ Waarschuwing voor hoogspanning
De spanning van de frequentieomvormer is
gevaarlijk wanneer de apparatuur is
aangesloten op het lichtnet. Onjuiste
aansluiting van de motor of de frequentieomvormer
kan leiden tot schade aan de apparatuur, ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken of zelfs fataal zijn.
Daarom moeten zowel de instructies in deze
handleiding als nationale en lokale voorschriften en
veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fataal
zijn - zelfs al is de installatie afgesloten van het
lichtnet: Wacht ten minste 4 minuten bij gebruik
van de VLT 6002-6005 en ten minste 30 minuten
bij gebruik van de VLT 6006-6550.
NB!
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker of
van de erkend elektricien te zorgen voor een
correcte aarding en beveiliging van de installatie volgens
de van toepassing zijnde nationale en lokale normen en
regelgeving.
■ ■ ■ ■ ■ Aarding
Teneinde elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te
realiseren, dienen onderstaande basisprincipes in acht te
worden genomen bij het installeren van een
frequentieomvormer.
• Veiligheidsaarding: Houd er rekening mee dat de
frequentieomvormer een hoge lekstroom heeft en dat
deze dus om veiligheidsredenen correct geaard moet
zijn. Neem de lokale veiligheidsvoorschriften in acht.
• Hoogspanningsaarding: Houd de
verbindingskabels zo kort mogelijk.
Sluit de verschillende aardingssystemen aan met de
laagst mogelijke geleiderimpedantie. De laagste
impedantie wordt verkregen door de geleider zo kort
mogelijk te houden en een zo groot mogelijk oppervlak te
gebruiken. Een vlakke geleider heeft bijvoorbeeld een
lagere HF-impedantie dan een ronde geleider bij dezelfde
doorsnede C
van de geleider.
VESS
Als meerdere systemen worden geïnstalleerd in de
kasten, dient de achterplaat, die van metaal moet zijn, als
gezamenlijke aarde-referentieplaat te fungeren. De
metalen kasten van de verschillende systemen zijn
gemonteerd op de achterplaat van de kast met de
laagste mogelijke impedantie. Hiermee worden
verschillende HF-spanningen op de afzonderlijke
systemen vermeden en wordt het risico van interferentie
in de verbindingskabels tussen de systemen voorkomen.
Zo wordt interferentie geminimaliseerd.
Voor een zo laag mogelijke HF-impedantie moeten de
bevestigingsbouten van het systeem als HF-
aansluitingspunt op de achterplaat worden gebruikt.
Verwijder eventuele isolerende verf of soortgelijk materiaal
van de bevestigingspunten.
32
®
VLT
6000 HVAC
■ ■ ■ ■ ■ Kabels
Stuurkabels en de gefilterde netkabel moeten afzonderlijk
van de motorkabels worden geïnstalleerd om interferentie
te voorkomen. Normaal gesproken is een afstand van 20
cm voldoende, maar het wordt aanbevolen een zo groot
mogelijk afstand aan te houden, vooral wanneer kabels
over een langere afstand parallel worden geïnstalleerd.
Tussen signaalgevoelige kabels, zoals telefoonkabels en
kabels voor dataverkeer, moet de grootst mogelijke
afstand worden aangehouden met een minimum van 1 m
per 5 m elektriciteitskabel (netvoeding en motorkabel). De
vereiste afstand is afhankelijk van de gevoeligheid van de
installatie en de signaalkabels. Er kunnen dus geen exacte
waarden worden gegeven.
Als er kabelklemmen worden gebruikt, mogen
signaalgevoelige kabels niet in dezelfde klem worden
geplaatst als de motorkabel of de remkabel.
Als signaalkabels elektriciteitskabels moeten kruisen,
dient dit te gebeuren met een hoek van 90 graden.
Houd er rekening mee dat alle interferentie-gevoelige in-
of uitgaande kabels van of naar een kast gewapend/
afgeschermd of gefilterd dienen te zijn.
Zie ook EMC-correcte elektrische installatie.
■ ■ ■ ■ ■ Afgeschermde/gewapende kabels
Het afschermingsmateriaal moet een lage HF-impedantie
hebben. Dit wordt gegarandeerd door gebruik van een
gevlochten afscherming van koper, aluminium of ijzer. Een
wapening die is bedoeld als mechanische beveiliging is
bijvoorbeeld niet geschikt voor een EMC-correcte
installatie.
Zie ook Gebruik van EMC-correcte kabels.
■ ■ ■ ■ ■ Extra beveiliging bij onrechtstreeks contact
Als extra beveiliging kan gebruik worden gemaakt van
aardlekschakelaars, nulaarding of aarding, mits de lokale
veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen.
Een aardingsfout kan in de ontladingsstroom een
gelijkstroom veroorzaken.
Gebruik geen aardlekschakelaars van het type A,
aangezien deze niet geschikt zijn voor DC-
aardlekstromen. Als aardlekschakelaars worden gebruikt,
dienen deze te voldoen aan de lokale voorschriften.
De toegepaste aardlekschakelaars moeten:
• Geschikt zijn voor het beschermen van een
installatie met een gelijkstroom (DC) in de
aardlekstroom (3-fasen gelijkrichtbrug)
• Geschikt zijn voor een korte ontladingsstroom bij
het inschakelen
• Geschikt zijn voor een hoge lekstroom.
MG.60.A7.10 - VLT is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss