■ ■ ■ ■ ■ PID voor procesregeling
De PID-regelaar handhaaft een constante
procestoestand (druk, temperatuur, stroming, enz.)
en past de motorsnelheid aan op basis van een
referentie/setpoint en het terugkoppelingssignaal.
Een transmitter voorziet de PID-regelaar van het
terugkoppelingssignaal van het proces om de
huidige status aan te geven. Het
terugkoppelingssignaal varieert met de
procesbelasting.
Dit betekent dat er afwijkingen optreden tussen
referentie/setpoint en werkelijke processtatus.
Dergelijke afwijkingen worden door de PID-regelaar
geëlimineerd door het verhogen of verlagen van de
uitgangsfrequentie in relatie tot de afwijking
referentie/setpoint en terugkoppelingssignaal.
De ingebouwde PID-regelaar in VLT 6000 HVAC-
units is geoptimaliseerd voor gebruik in in HVAC-
applicaties. Daardoor zijn er een aantal
gespecialiseerde functies beschikbaar in VLT 6000
HVAC-units.
Vroeger moest een BMS (Building Management Sy-
stem) deze speciale functies afhandelen door het
installeren van extra I/O-modules en het pro-
grammeren van het systeem.
Bij de VLT 6000 HVAC hoeven geen extra modules
te worden geïnstalleerd. Zo hoeft bijvoorbeeld alleen
een referentie/setpoint en het afhandelen van
terugkoppeling te worden geprogrammeerd.
Er is een ingebouwde optie aanwezig voor het
aansluiten van twee terugkoppelingssignalen op het
systeem, wat tweezone regeling mogelijk maakt.
Correctie voor spanningsverliezen in lange
signaalkabels kan worden uitgevoerd met behulp
van een transmitter met een spanningsuitgang. Dit
vindt plaats in parametergroep 300 Ingang min./
max.
Terugkoppeling
Het terugkoppelingssignaal moet zijn aangesloten op
een klem op de VLT-frequentieomvormer. Gebruik
onderstaande lijst om te bepalen welke klem er
moet worden gebruikt en welke parameters er
moeten worden geprogrammeerd.
Terugkoppeling type Klem
Puls
33
Spanning
53, 54
Stroom
60
Busterugkoppeling 1 68+69
Busterugkoppeling 2 68+69
★ = fabrieksinstelling, ( ) = display-tekst, [ ] = waarde voor gebruik in communicatie via seriële communicatiepoort
MG.60.A7.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VLT
De terugkoppelingswaarde in parameter 535/536
Bus Terugkoppeling 1 en 2 kan alleen via seriële
communicatie worden ingesteld (niet via de
besturingseenheid).
Ook moeten minimum- en maximumterugkoppeling
(parameters 413 en 414) worden ingesteld op een
waarde in de proceseenheid die overeenkomt met
de minimum- en maximum ingangswaarde voor op
de klem aangesloten signalen. De proceseenheid
wordt geselecteerd in parameter 415
Proceseenheden.
Referentie
In parameter 205 Maximum referentie, Ref
de maximum referentie aangegeven die met alle
referenties kan worden gehaald.
De minimum referentie in parameter 204 geeft de
kleinste waarde die de resulterende referentie kan
aannemen.
Het referentiebereik kan het terugkoppelingsbereik
niet overschrijden.
Als interne referenties vereist zijn, moeten deze
worden ingesteld in de parameters 211 tot 214 In-
terne referentie. Zie Referentietype.
Zie ook Referentiebeheer.
Als een stroomsignaal wordt gebruikt als
terugkoppelingssignaal, kan de spanning worden
gebruikt als analoge referentie. Gebruik
onderstaande lijst om te bepalen welke klem er
moet worden gebruikt en welke parameters er
moeten worden geprogrammeerd.
Referentietype
Puls
Spanning
Stroom
Interne referentie
Setpoints
Busreferentie
De busreferentie kan alleen worden ingesteld via
seriële communicatie.
Parameters
307
308, 309, 310 of
311, 312, 313
314, 315, 316
535
536
®
6000 HVAC
Klem
17 of 29
53 of 54
60
68+69
NB!
Klemmen die niet in gebruik zijn, dienen bij
voorkeur op Geen functie [0] te worden
gezet.
wordt
MAX
Parameters
301 of 305
308, 309, 310 of
311, 312, 313
314, 315, 316
211, 212, 213,214
418, 419
97