4.2 Reinigen van het ventiel
Reinig de ventielen (minimaal) twee keer per jaar.
1. Markeer de stand van het ventiel;
2. Haal het ventiel uit de wand of het plafond;
3. Reinig het ventiel in een oplossing van zeep en
warm water;
4. Spoel het ventiel goed af en droog het af;
5. Plaats het ventiel op EXACT DEZELFDE STAND
(en IN HETZELFDE GAT) terug;
6. Herhaal deze stappen voor de andere ventielen.
Sommige ventielen zijn voorzien van een filter.
Reinig dit filter op dezelfde wijze als het ventiel.
Over de stand van de ventielen
De ventilatielucht wordt via ventielen toe- en
afgevoerd. De kieren onder of bij de deuren in
de woning zorgen ervoor dat de lucht in de juiste
richting stroomt. Voor het in stand houden van de
juiste hoeveelheid ventilatielucht is het volgende
belangrijk:
Sluit de kieren onder of bij deuren niet af met
bijvoorbeeld meubilair, tochtstrips of hoogpolig
tapijt. De kier moet minimaal 10 mm zijn;
Verander de stand van de ventielen niet;
Verwissel de ventielen niet met elkaar.
De installateur heeft alle ventielen zo ingesteld dat
het ventilatiesysteem optimaal functioneert. Verander
daarom niets aan de stand van de ventielen.
4.3 Condensafvoer
Zorg ervoor dat het waterslot (de sifon) naar het
binnenriool van de woning altijd gevuld is met water.
4.4 Onderhoud door de installateur of de
onderhoudsmonteur
De gebruiker kan niet al het onderhoud zelf
uitvoeren.
Laat het balansventilatiesysteem om de twee
jaar door een installateur of onderhoudsmonteur
onderhouden.
Bij een aantal installateurs kunt u een volledig
onderhoudscontract afsluiten waarin ook het
onderhoud door de gebruiker kan worden
opgenomen.
NL - 16
5 Storingen
Bij een storing verschijnt de bijbehorende
storingscode op het display van het toestel.
Vervang of reinig het filter zoals beschreven in
het hoofdstuk Onderhoud als een filtermelding
verschijnt.
Bij alle andere storingen:
1. Noteer de storingscode die op het display van het
toestel staat.
2. Noteer het toesteltype.
Zie hiervoor het typeplaatje op het toestel bij de
stroomaansluiting.
3. Neem contact op met de installateur of
onderhoudsmonteur en geef de genoteerde
informatie door.
De stekker moet altijd in het stopcontact blijven,
tenzij het toestel bij een ernstige storing, het
vervangen van filters of om een andere dringende
reden buiten bedrijf moet worden gesteld.
Als de stekker uit het stopcontact
wordt gehaald, is er geen
mechanische ventilatie meer in
de woning. Dan kunnen vocht- en
schimmelproblemen optreden.
Er kan condensvorming aan de buitenkant van
het toestel ontstaan als dit is geïnstalleerd
in een omgeving met een gemiddeld hogere
luchtvochtigheid (zoals de badkamer of het
toilet). Dit is vergelijkbaar met condens op een
raam en u hoeft daar niets aan te doen.