STORINGSCODE
STORING OF BEVEILIGING
Bescherming tegen hoge
koelmiddeluitlaattemp. van de
condensor.
Temperatuur
transducermodule te hoog
beveiligd
DC-generatrix
laagspanningsbeveiliging
PED PCB-storing
STORINGSOORZAAK EN CORRIGERENDE MAATREGEL
1. De deksel van de warmtewisselaar is niet verwijderd.
Verwijder deze.
2. De warmtewisselaar is vuil of het oppervlak wordt
geblokkeerd. Maak de warmtewisselaar schoon of verwijder de
obstructie.
3. Er is niet genoeg ruimte is rondom het apparaat voor
warmtewisseling.
4. De ventilatormotor is kapot en moet worden vervangen.
1. Voedingsspanning van het apparaat is laag; verhoog de
spanning naar het benodigde bereik.
2. De ruimte tussen de apparaten is te nauw voor
warmtewisseling. Vergroot de ruimte tussen de apparaten.
3. De warmtewisselaar is vuil of het oppervlak wordt
geblokkeerd. Maak de warmtewisselaar schoon of verwijder de
obstructie.
4. De ventilator werkt niet. De ventilatormotor of ventilator is
kapot en moet worden vervangen.
5. Waterdebiet is te laag door lucht in het systeem of er is geen
voldoende opvoerhoogte. Ontlucht en selecteer de pomp
opnieuw.
6. Sensor waterafvoertemperatuur is los of gebroken, sluit
opnieuw aan of vervang door een nieuwe.
1. Controleer de voeding.
2. Als de voeding, het led-lichtje en de PN-spanning (als deze
380 V is) in orde zijn, betreft het meestal een probleem met het
moederbord. Als het led-lichtje niet brandt, koppel de voeding
los, controleer de IGBT, controleer de dioxides; als de
spanning onjuist is, is de omvormerkaart beschadigd en moet
deze worden vervangen.
3. Als de IGBT in orde is, betekent dit de omvormerkaart goed
werkt; als de gelijkrichterbrug onjuist is, controleer dan de brug
(dezelfde werkwijze als voor IGBT: koppel de voeding los,
controleer of de dioxides beschadigd zijn).
4. Meestal als F1 optreedt wanneer de compressor start, kan
het een probleem met het moederbord zijn. Als F1 optreedt
wanneer de ventilator start, kan dit komen door de
omvormerkaart.
1. Wacht 5 minuten na het uitschakelen van de stroom en
schakel de stroom weer in. Kijk vervolgens of de stroom
kan worden hersteld;
2. Als de stroom niet kan worden hersteld, verwijder de
PED-veiligheidsplaat, schakel de stroom opnieuw in en kijk
of deze kan worden hersteld;
3. Als de stoom niet kan worden hersteld, moet het
modulebord worden vervangen.
32