Werking
SWING-knop
Deze knop wordt gebruikt om de functie Auto-
matisch zwaaien te starten. Wanneer de Auto
Swing-functie in werking is, druk dan op de
SWING-knop om de lamelle in een gewenste hoek
stop te zetten.
WIRELESS-knop (optioneel)
Deze knop wordt gebruikt om de draadloze functie
te starten. Als u voor de eerste keer de draadloze
functie gebruikt, druk dan de SWING-knop 3 se-
conden in om de draadloze verbinding in te ste-
llen. Op het LED-scherm verschijnt 'AP' om aan
te geven dat u de draadloze functie kunt instellen.
Als de verbinding (met router) binnen 8 minuten is
gelukt, zal het toestel automatisch de verbindings-
modus verlaten en zal WIRELESS-lampje aan-
gaan. Als de verbinding niet binnen 8 minuten lukt,
verlaat het toestel de verbindingsmodus automa-
tisch. Nadat de draadloze verbinding tot stand is
gekomen, drukt u de SWING- en MIN (-)-knoppen
tegelijkertijd 3 seconden in om de draadloze mo-
dus uit te zetten en op het LED-scherm verschijnt
3 seconden 'OFF'. Druk 3 seconden tegelijkertijd
op de SWING- en de PLUS (+)-knoppen om de
draadloze modus aan te zetten en op het LED-
scherm verschijnt 3 seconden 'ON'.
OPMERKING: Wanneer u de draadloze functie
opnieuw opstart, kan het even duren voordat het
systeem automatisch verbindt.
TIMER-knop
Deze knop wordt gebruikt om de automatische
starttijd en de automatische stoptijd te activeren,
samen met de + en - knoppen. Het lampje voor
aan/uit zal aan of uit gaan volgens de instellingen.
MODE-knop
Selecteert de juiste bedrijfsmodus. Elke keer als u
op de knop drukt, wordt er een dtand gekozen in
deze volgorde: AUTO, KOELEN, DROGEN, VEN-
TILATOR en VERWARMEN (alleen bij modellen
met verwarming). Het moduslampje licht op bij de
verschillende modusinstellingen
UP (+) en DOWN (-) knoppen
Deze knoppen worden gebruikt om de tempera-
tuurinstellingen te verhogen of te verlagen met
1ºC/1ºF (of 2ºF) binnen een bereik van 17ºC/62ºF
tot 30ºC/86ºF (of 88ºF), of de tijdklok binnen een
bereik van 0 tot 24 uur.
OPMERKING: Het bedieningspaneel kan tempe-
raturen in graden Fahrenheit of graden Celsius
aangeven. Om te schakelen tussen de een en de
ander, drukt u tegelijkertijd 3 seconden op de UP-
en DOWN-knop.
VENTILATOR/ION-knop (ION is optio-
neel)
Bediening van de ventilatorsnelheid. Druk op deze
knop om de ventilatorsnelheid te selecteren in
deze volgorde: LAAG, MATIG, HOOG en AUTO.
Het lampje van de ventilatorsnelheid licht op bij
de verschillende snelheidsinstellingen. Wanneer
de AUTO ventilatorsnelheid wordt geselecteerd,
gaan alle lampjes van de ventilatorsnelheid uit. Bij
sommige modellengaan de lampjes van de ven-
tilatorsnelheid aan wanneer de AUTO ventilators-
nelheid wordt geselecteerd.
OPMERKING: Druk 3 seconden op deze knop om
de ION-functie te starten. De ion-generator wordt
dan geactiveerd en verwijdert pollen en onzuiver-
heden uit de lucht en vangt deze op in het filter.
Druk 3 seconden op deze knop om de ION-functie
uit te schakelen.
SLEEP/ECO-knop
Deze knop wordt gebruikt op de slaap/eco-functie
te starten.
POWER-knop
Aan/uit-schakelaar.
LED-scherm
Toont de ingestelde temperatuur in ºC of ºF (ºF
wordt op sommige modellen niet getoond) en de
instellingen van de tijdklok. In de DROGEN- en
VENTILATOR-stand toont het de kamertempera-
tuur.
Het toont teven fout- en beschermingscodes:
E1- Foutmelding kamertemperatuursensor
E2- Foutmelding temperatuursensor van de ver-
damper
E3- Foutmelding temperatuursensor condensator
(op sommige modellen)
E4- Communicatietoornis van het displaypaneel
EC- Fout detectie koelmiddellek (op sommige mo-
dellen)
P1- Afvoerbak is vol, verbind de afvoerslang en
voer het verzamelde water af. Bel de hulp-
dienst als de beschermingscode blijft verschi-
jnen
Opmerking: Wanneer een van de bovenstaande
storingen voorkomt, schakel het toestel dan uit en
controleer op obstakels. Start het toestel opnieuw
op, als de storing zich blijft voordoen, zet het toes-
tel dan uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Neem contact op met de fabrikant of bevoegd te-
chnicus voor reparatie.
Installatie uitlaatslang
De uitlaatslang en de adapter moeten worden
geïnstalleerd of verwijder volgens de gebruikss-
tand. De uitlaatslang moet zijn geïnstalleerd bij
KOELINGS-, VERWARMINGS- (type warmte-
pomp)- of AUTO-stand. Voor de VENTILATOR-,
DROGEN of VERWARMINGS (type elektrische
verwarming) stand moet de uitlaatslang worden
verwijderd.
13