Eerste uitgave • Eerste druk
69 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
70 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de
chassishellingshoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
71 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm vanuit de
transportstand omhoog (tot ongeveer 15° boven
de horizontale lijn).
72 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishellingshoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt.
73 Laat de secundaire arm neer in de transportstand
of rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
74 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
75 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de primaire arm vanuit de transportstand
omhoog (tot ongeveer 10° boven de horizontale
lijn).
76 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt.
Onderdeelnr. 1270491DU
77 Laat de primaire arm neer in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
78 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
schuif de primaire arm ongeveer 0,5 m uit.
79 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt.
80 Schuif de primaire arm in in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
81 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
82 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
83 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm vanuit de
transportstand omhoog (tot ongeveer 15° boven
de horizontale lijn).
84 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt.
85 Laat de secundaire arm neer in de transportstand
of rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
Z-60/37DC • Z-60/37FE
Bedieningshandleiding
Inspecties
37