Centrifugetoerental wijzigen
Het eindcentrifugetoerental van een
wasprogramma kunt u nog wijzigen,
totdat het eindcentrifugeren begint.
Druk op de Toerental-toets.
Wijzig het toerental met de sensor-
toetsen en . Bevestig uw keuze
met OK.
Droogtegraad/droogtijd wijzigen
Droogtegraden en droogtijden kunt u
tijdens het wasprogramma nog wijzi-
gen, maar niet meer nadat het droog-
programma gestart is.
Druk op de Toets droogtegraad.
Wijzig de droogtegraad/droogtijd met
de sensortoetsen en . Bevestig
uw keuze met OK.
Drogen in- of uitschakelen
Tijdens een wasprogramma kunt u de
functie Drogen in- of uitschakelen, wan-
neer dat na het desbetreffende pro-
gramma mogelijk is.
Druk op sensortoets Drogen.
Opties wijzigen
Wanneer een programma is gestart,
kunt u enkele opties in- of uitschakelen.
Als de kinderbeveiliging ingeschakeld
is, kunt u het programmaverloop niet
wijzigen.
Programmaverloop wijzigen
Kinderbeveiliging
Met het inschakelen van de kinderbe-
veiliging voorkomt u dat de was-
droogautomaat tijdens het wassen of
drogen wordt geopend en het pro-
gramma wordt afgebroken of gewij-
zigd.
Kinderbeveiliging inschakelen
Druk na het starten van het program-
ma op de Start/Stop-toets.
Kies Kinderbeveiliging aan en beves-
tig uw keuze met OK.
Het toestel accepteert nu geen wijzi-
gingen meer en maakt het gestarte pro-
gramma helemaal af.
Na afloop van het programma wordt de
elektronische kinderbeveiliging automa-
tisch opgeheven.
Het uitschakelen van de kinderbevei-
liging
Druk op de toets Start/Stop.
Kies Kinderbeveiliging uit en bevestig
uw keuze met OK.
67