Reiniging en onderhoud
Lamp vervangen
Halogeenlampjes worden tijdens de
werking erg heet.
Ook nadat de verlichting uitgescha‐
keld is bestaat er nog enige tijd ge‐
vaar dat u zich verbrandt als u ze
aanraakt.
Wacht daarom enkele minuten voor‐
dat u de halogeenlamp verwijdert.
Koppel uw dampkap los van het
elektriciteitsnet (zie de rubriek "Op‐
merkingen omtrent uw veiligheid").
24
Neem de vetfilter uit het toestel.
Neem de reukfilter uit het toestel bij
werking met luchtcirculatie.
Duw de lamp via de knop boven de
lampbehuizing iets omlaag.
Draai de halogeenlamp naar links en
trek ze langs onder uit.
De halogeenlamp moet door een
lamp van hetzelfde type worden ver‐
vangen: GU/GZ 10, 230 V, 50 W. De
nieuwe halogeenlamp in de fitting
draaien en naar boven drukken.
Neem de informatie van de fabrikant
in acht.
Plaats de vetfilter en (bij werking met
luchtcirculatie) de reukfilter terug.