Montage
☞ Plaats de stootrand op de bovenste schaal.
☞ Controleer of de stootrand correct is geplaatst en door de
magneten wordt vastgehouden.
☞ Schuif de onderste schaal horizontaal tot aan de achterste
aanslag in het apparaat.
☞ Zwenk de onderste schaal naar boven tot de twee
sluitmagneten hoorbaar aansluiten.
☞ Controleer of de onderste schaal correct is geplaatst en
door de sluitmagneten wordt vastgehouden.
18
☞ Sluit de frontplaat.
3.5.12 Controle en inbedrijfstelling uitvoeren
D ATTENTIE!
Gevaar voor storingen door vocht in het apparaat!
Wanneer het apparaat van een koude naar een warme
omgeving gebracht wordt, kan er aan de binnenkant vocht
neerslaan.
☞ Wacht 2-3 uur, voordat u het apparaat in bedrijf neemt.
☞ Controleer of de netstekker vrij toegankelijk is en of
er een alpolige scheidingsinrichting (minstens 3 mm
contactopening) aanwezig is.
☞ Controleer of de net- en elektroaansluitkabel niet geknikt,
bekneld geraakt of beschadigd zijn.
☞ Controleer of de ventilatie-uitgangen niet gesloten of
afgedekt zijn.
☞ Bij circulatieapparaten: zorg ervoor dat de
ventilatiesleuven vrij zijn.
☞ Controleer de correcte werking van het apparaat.
D "4. Bediening" (pagina 19).
6005049_0 – 21.11.2019