Installatie
2 Installatie
2.1 Geleverde artikelen
®
De bij de VLT
OneGearDrive geleverde artikelen zijn:
•
®
VLT
OneGearDrive
•
deze bedieningshandleiding;
•
oogbout;
•
kunststof dop voor oogboutopening;
•
afdekking holle as met 3 sluitringen en bevesti-
gingsschroeven;
•
schijf en borgring.
2.2 Beschermingsgraad tandwielmotoren
®
Het VLT
OneGearDrive-assortiment voldoet aan EN 60529
en IEC 34-5/529. De omvormers zijn volledig omsloten en
zowel stof- als spatwaterdicht.
®
De VLT
OneGearDrive Basic wordt standaard in IP 67-
uitvoering geleverd.
®
De VLT
OneGearDrive Standard is bedoeld voor gebruik
in agressieve omgevingen en wordt in IP 67-uitvoering
®
geleverd. De VLT
OneGearDrive Hygienic is leverbaar in IP
67- en IP 69K-uitvoeringen.
2.3 Beschermende coating
VOORZICHTIG
Schade aan de beschermende coating
De beschermende werking van de lakcoating wordt
aangetast als de coating wordt beschadigd.
•
®
Behandel de VLT
OneGearDrive voorzichtig en
plaats hem niet op een ruwe ondergrond.
®
VLT
OneGearDrive Bedieningshandleiding
®
MG75C310 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
2.4 Montage-inrichting
VOORZICHTIG
Afhankelijk van de overbrengingsverhouding
ontwikkelen tandwielmotoren aanzienlijk hogere koppels
en krachten dan snellopende motoren met een
vergelijkbaar vermogen.
Steunen, draagstructuur en koppelbegrenzing moeten
geschikt zijn voor de grote krachten die worden
verwacht tijdens bedrijf, en moeten voldoende stevig
worden vastgezet om losraken te voorkomen. De
uitgaande as(sen) en eventueel aanwezige tweede
motorverlengassen evenals de hierop gemonteerde
overbrengingselementen (koppelingen, kettingwielen
enz.) moeten zodanig worden afgeschermd dat ze niet
kunnen worden aangeraakt.
Installeer de omvormereenheid zo trillingsvrij mogelijk.
Let op de speciale instructies voor installatielocaties met
abnormale bedrijfsomstandigheden (bijv. hoge omgevings-
temperaturen boven de 40 °C). De toevoer van verse lucht
mag niet worden belemmerd door een onjuiste installatie
of door vervuiling.
In de handel verkrijgbare slipkoppelingen worden
aanbevolen als er risico op blokkering bestaat.
Wees voorzichtig bij het monteren van overbrengingsele-
menten op de holle as van de tandwieleenheid, die is
afgewerkt overeenkomstig ISO H 7. Gebruik zo mogelijk
het hiervoor bedoelde tapgat overeenkomstig DIN 332.
2.4.1 Montageprocedure
1.
Bevestig de omvormereenheid met behulp van
de koppelarm aan de flens (zie
6.7.1 Koppelarmset).
2.
Monteer de tandwieleenheden met holle assen
op de aangedreven as met behulp van het
geleverde materiaal.
2
2
7