Inbedrijfstelling; Maatregelen Vóór Inbedrijfstelling; Overzicht; Motorcomponent - Danfoss VLT OneGearDrive Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT OneGearDrive:
- Bedieningshandleiding (46 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (24 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (40 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
3 Inbedrijfstelling
3.1 Maatregelen vóór inbedrijfstelling
3
3
3.1.1 Overzicht
®
Als de VLT
OneGearDrive opgeslagen is geweest, moeten
de in 3.1.2 Motorcomponent en 3.1.3 Tandwieleenheidcom-
ponent vermelde maatregelen worden getroffen.
3.1.2 Motorcomponent
•
Isolatiemeting
Meet met in de handel verkrijgbare meetappa-
ratuur (bijv. met een Megger) de
isolatieweerstand
van de wikkeling tussen alle onderdelen van de
wikkeling en tussen de wikkeling en de
behuizing.
Gemeten waarde
> 50 MΩ
< 5 MΩ
circa 50 MΩ
Tabel 3.1 Isolatiemeetwaarden
3.1.3 Tandwieleenheidcomponent
•
Smeermiddel
Het smeermiddel in de tandwieleenheid moet
worden ververst als de opslagperiode langer is
dan 3 jaar of als de temperaturen bij een kortere
opslagperiode zeer extreem waren. Uitgebreide
instructies en aanbevelingen met betrekking tot
smeermiddelen vindt u in 4.4.3 Volume van
smeermiddel.
•
Asafdichtingen
Smeer de afdichting van de holle as met vet als
de opslagperiode langer is dan 2 jaar. Bij het
verversen van het smeermiddel moet ook de
werking van de asafdichtingen tussen de motor
en de tandwieleenheid en van de asafdichtingen
op de uitgaande as worden gecontroleerd. De
asafdichtingen moeten worden vervangen als een
verandering van vorm, kleur, hardheid of
afdichtend effect wordt geconstateerd.
14
®
VLT
OneGearDrive Bedieningshandleiding
Actie/staat
Drogen niet nodig, nieuwstaat
Drogen aanbevolen
Laagste toelaatbare drempelwaarde
MG75C310 – VLT
3.2 Inbedrijfstelling
•
Verwijder de beschermfolies.
•
Koppel de mechanische aansluiting op de
aangedreven machine zo ver mogelijk los en
controleer de draairichting in de nullasttoestand.
•
Verwijder vlakke spieën of zet ze zodanig vast dat
ze niet kunnen worden uitgeworpen.
•
Controleer of de opgenomen stroom in belaste
toestand op geen enkel moment groter wordt
dan de op het typeplaatje vermelde nominale
stroom.
•
Observeer de omvormereenheid na de eerste
inbedrijfstelling minimaal één uur, waarbij u let
op ongewone opwarming of geluiden.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Advertenties
Inhoudsopgave
