Beeld- of geluidsproblemen oplossen
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen"
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner"
• "De beeldvorm corrigeren met de horizontale Keystone-schuifregelaar"
pag.50
Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch
is
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld elektronische
interferentie (ruis) vertoont of statisch is:
• Controleer de kabels die uw computer of videobron verbinden met de
projector. Ze moeten:
• Gescheiden zijn van de voedingskabel om interferentiestoring te
voorkomen
• Veilig aangesloten zijn op beide uiteinden
• Niet aangesloten zijn op een verlengsnoer
• Controleer de instellingen in het menu Signaal van de projector om er zeker
van te zijn dat ze overeenkomen met de videobron.
• Pas, indien beschikbaar voor uw videobron, de instellingen Deinterlacing
en Ruisvermindering aan in het menu Beeld van de projector.
Beeld > Beeldverbetering > Ruisvermindering
s
Beeld > Beeldverbetering > Deinterlacing
s
• Selecteer Automatisch als de instelling Resolutie in het menu Signaal van
de projector.
• Selecteer een computervideoresolutie en vernieuwingsfrequentie die
compatibel zijn met de projector.
• Als u projecteert vanaf een computer met een VGA-computerkabel, drukt u
op de afstandsbediening op de knop [Auto] om de Tracking en Sync.
automatisch aan te passen. Als de beelden niet correct worden aangepast,
past u de instellingen Tracking en Sync. aan in het menu Signaal van de
projector.
pag.51
pag.52
• Als u de beeldvorm hebt aangepast met de bedieningselementen van de
projector, moet u proberen de instelling Scherpte in het menu Beeld van de
projector te verlagen om de beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u een verlengsnoer hebt aangesloten, kunt u proberen te projecteren
zonder dit snoer om te zien of deze de storing in het signaal veroorzaakt.
• Als u de functie USB Display gebruikt, schakelt u de instelling Gelaagd
venster verzenden onder het programma Instellingen Epson USB Display
op uw computer in.
g g Verwante koppelingen
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal"
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Beeld"
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven"
Oplossingen wanneer het beeld vaag of wazig is
Probeer één van de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld vaag of
wazig is.
• Stel de scherpstelling van het beeld in.
• Plaats de projector dicht genoeg bij het scherm.
• Plaats de projector zo dat de hoek van de keystone-aanpassing niet zo breed
is dat het beeld hierdoor wordt vervormd.
• Reinig de projectorlens.
Om condensatie op de lens te vermijden nadat u de projector van een
koude omgeving naar binnen hebt gebracht, moet u de projector
laten opwarmen naar kamertemperatuur voordat u het apparaat
a
gebruikt.
• Pas de instelling Scherpte in het menu Beeld van de projector aan om de
beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u projecteert vanaf een computer met een VGA-computerkabel, drukt u
op de afstandsbediening op de knop [Auto] om de tracking en
synchronisatie automatisch aan te passen. Als er banden zichtbaar zijn of als
een algemene wazigheid aanwezig is, geeft u een beeld met een uniform
180
pag.134
pag.132
pag.197