8. BIJLAGE
8.1 Specificaties voor installatie
8.1 - 01
Schuif het koppelstuk in de uiteindes van de montagerails. Schuif het
koppelstuk tot aan het hart van het middelste nokje van het koppelstuk.
Hierdoor is het koppelstuk gelijk over de 2 railuiteindes verdeeld.
8.1 - 02
De eerste universele dakhaak moet minimaal 90 mm van
het uiteinde van de montagerail gemonteerd worden. En maximaal 250
mm.
8.1 - 03
De montagerails dient 20 - 35 mm uit te steken t.o.v. de rand van het
zonnepaneel.
8.1 - 04
De montagerails dient 20 - 35 mm uit te steken t.o.v. de rand van het
zonnepaneel. Zaag de montagerails op je juiste lengte af.
Rev. 11.12.20
HANDLEIDING MONTAGESYSTEEM VOOR SCHUIN DAK MET PANNEN
min. 90 mm
20 - 35 mm
20 - 35 mm
24