1. Introductie Deze handleiding beschrijft de installatie van het ClickFit Evo montagesysteem voor een schuindak met dakpannen. (voor zonnepanelen in portait en landscape opstelling). Lees de handleiding zorgvuldig zodat u geheel van de inhoud van de handleiding op de hoogte bent. Volg de aanwijzingen in de handleiding nauwgezet op.
Verwijdering en demontage Voer het product af volgens de lokale wet- en regelgeving. Garantie Garantie volgens garantie voorwaarden en algemene voorwaarden van Esdec BV. Deze zijn te vinden op de website www.esdec.com Aansprakelijkheid De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade of letsel veroorzaakt door het niet (strikt) naleven van de veiligheidsvoorschriften en -instructies in deze handleiding, dan wel door onachtzaamheid tijdens installatie van het in dit document vermelde product en de eventueel bijbehorende accessoires.
3. Productbeschrijving Het ClickFit Evo montagesysteem is opgebouwd uit de gepatenteerde verstelbare universele dakhaken, montagerails en de benodigde montagematerialen om de zonnepanelen in portrait of landscape opstelling op een pannedak te monteren. De universele dakhaak bevat een roteerbare klikbeugel zodat zowel horizontale en verticale montagerails aan de dakhaak vastgeklikt kan worden.
4.2 Exploded-view montagesysteem in landscape opstelling 4.3 Universele dakhaak voor portrait of landscape opstelling De universele dakhaak is voorzien van een roteerbare klikbeugel zodat de montagerail zowel horizontaal als verticaal op de dakhaak vastgeklikt kan worden. Hierdoor kan de dakhaak bij portrait en landscape opstellingen worden toegepast. dakhaak met klembeugel dakhaak met klembeugel in portrait opstelling...
5. Montagevoorbereiding 5.1 Controle gereedschap en toebehoren Hier volgt een lijst van de benodigde gereedschappen / hulpmiddelen: Stift / krijt Borstel Rolmaat Accu schroefmachine Veiligheidshand- schoenen Ijzerzaag Veiligheidsbril Veiligheidshelm Veiligheidskleding Veiligheidsschoenen Mond masker Gehoorbescherming Steiger of stabiele veilige ladder 5.2 Dak schoonmaken Maak de dakpannen van het schuine dak schoon met een borstel.
5.3 Positie zonnepanelen bepalen en inmeten Bij het bepalen van de plaats van de zonnepanelen op het schuine dak is het heel belangrijk te letten op de zoninval gedurende de gehele dag en gedurende het hele jaar. Plaats de panelen op een dakvlak dat geen schaduw heeft. Schaduw van een schoorsteen, dakkapel, bomen en nabijgelegen gebouwen hebben een nadelig effect op de opbrengst van de zonnepanelen.
6. Installatie montagesysteem in portraitopstelling 6.1 Voormonteren montagerail koppelstuk Bepaal eerst de totaal benodigde raillengte voor de rij zonnepanelen. U kunt de montagerails onderling aan elkaar bevestigen met montagerail koppelstukken. Op het montagerail koppelstuk zitten klemmetjes met vertanding welke zich aan de binnenzijde van de rail vastgrijpen. Schuif het koppelstuk in de uiteindes van de montagerail.
6.2 Bevestigen van universele dakhaken 1. Schuif de pan boven de dakhaak omhoog onder de bovenliggende dakpan. Haak het bovenste verstelbare deel van de dakhaak achter de panlat en dakpan en plaats de dakhaak in de holling (dal) van de onderliggende dakpan. Het bovenste verstelbare deel van de dakhaak is minimaal 30 mm en maximaal 65 mm.
6.3 Bevestigen van montagerail 1. Plaats de montagerail in de geplaatste universele dakhaken. 2. Zorg ervoor dat het uiteinde van de montagerails 90 - 250 mm uitsteekt t.o.v. de laatste dakhaak. 3. Klik vervolgens de montagerail op de universele dakhaken vast. Zorg ervoor dat deze goed klikt. 4.
6.4 Montage montagerail kabelclip optimizer ready en optimizer (optie) 1. Positioneer de kabelclip op de bovenste montagerail van een rij. Per zonnepaneel wordt er één kabelclip toegepast. De kabelclips komen onder het midden van het paneel. Plaats de kabelclip ca. 1m uit elkaar. 2.
6.5 Monteren 1ste zonnepaneel op montagerail Montagehulp (Optie): Klik de montagehulp (2x) op het frame aan de achterzijde van het zonnepaneel. Gebruik hiervoor de aanwezige montage gaten in het frame aan de bovenzijde. Klik de kabels van het zonnepaneel vast in de kabelklem op de montagehulp. Hang het zonnepaneel inclusief montagehulp aan de montagerail.
6.6 Monteren van overige zonnepanelen op de montagerails Klik de universele module klemmen op de montagerails. Schuif deze tegen het eerste zonnepaneel aan. Plaats het tweede zonnepaneel op de montagerail, klik de kabels van het zonnepaneel vast in de kabelclip, en schuif het zonnepaneel naar het eerste toe tegen de universele module klem.
6.7 Afmonteren 1ste rij zonnepanelen 1. Laat de montagerail 20 - 35 mm uitsteken t.o.v de rand van het zonnepaneel. Schuif de montagerail eindkap met universele module (eind)klem op de montagerail. Let op! Kies voor de juiste uitsparing zodat de eindklem aansluit op het zonnepaneel.
6.8 Afmonteren / meerdere rijen onder elkaar 1. Om een aaneengesloten paneelvlak te verkrijgen schuift u de onderliggende zonnepanelen tegen de bovenliggende rij zonnepanelen aan. 2. Herhaal de stappen van hoofdstuk 6.5 - 6.7. Het panelenveld is nu gereed! Let op! Zie bijlage voor restricties en overige details. 12 mm Rev.
7. Installatie montagesysteem in landscape opstelling 7.1 Voormonteren montagerail koppelstuk Bepaal eerst de totaal benodigde raillengte voor de zonnepanelen onder elkaar. U kunt de montagerails onderling aan elkaar bevestigen met montagerail koppelstukken. Op het montagerail koppelstuk zitten klemmetjes met vertanding welke zich aan de binnenzijde van de rail vastgrijpen. Schuif het koppelstuk in de uiteindes van de montagerail.
7.2 Bevestigen van universele dakhaken 1. Schuif de pan boven de dakhaak omhoog onder de bovenliggende dakpan. Haak het bovenste verstelbare deel van de dakhaak achter de panlat en dakpan en plaats de dakhaak in de holling (dal) van de onderliggende dakpan. Het bovenste verstelbare deel van de dakhaak is minimaal 30 mm en maximaal 65 mm.
7.3 Bevestigen van montagerail 1. Plaats de montagerail in de geplaatste universele dakhaken. 2. Zorg ervoor dat het uiteinde van de montagerails 90 - 250 mm uitsteekt t.o.v. de laatste dakhaak. 3. Klik vervolgens de montagerail op de universele dakhaken vast. Zorg ervoor dat deze goed klikt. 4.
7.4 Montage montagerail kabelclip optimizer ready en optimizer (optie) 1. Positioneer de kabelclip op de montagerail van een rij. Per zonnepaneel wordt er één kabelclip toegepast. De kabelclips komen onder het midden van het paneel. Plaats de kabelclip ca. 1 m uit elkaar. 2.
7.5 Monteren 1 zonnepaneel op montagerail Hang het zonnepaneel aan de montagerail. Klik de kabels van het zonnepaneel in de reeds geplaatste kabelclip. Schuif het eerste zonnepaneel naar de onderkant van de montagerail. Laat 20 - 35 mm rail zichtbaar uitsteken onder het zonnepaneel.
7.6 Monteren van overige zonnepanelen op de rails Klik de universele module klemmen op de montagerails. Schuif deze tegen het eerste zonnepaneel aan. Plaats het tweede zonnepaneel op de montagerail, klik de kabels van het zonnepaneel vast in de kabelclip en schuif het zonnepaneel naar het eerste toe tegen de universele module klem.
7.7 Afmonteren 1 rij zonnepanelen boven elkaar 1. Laat de montagerail 20 - 35 mm uitsteken t.o.v de rand van het zonnepaneel. Schuif de montagerail eindkap met universele module (eind)klem op de montagerail. Let op! Kies voor de juiste uitsparing zodat de eindklem aansluit op het zonnepaneel.
7.8 Afmonteren / meerdere rijen naast elkaar 1. Om een aaneengesloten zonnepaneelvlak te verkrijgen schuift u de naastliggende zonnepanelen tegen de rij zonnepanelen aan. 2. Herhaal de stappen van hoofdstuk 7.5 - 7.7. Het panelenveld is nu gereed! Let op! Zie bijlage voor restricties en overige details. 12 mm Rev.
8. BIJLAGE 8.1 Specificaties voor installatie 8.1 - 01 Schuif het koppelstuk in de uiteindes van de montagerails. Schuif het koppelstuk tot aan het hart van het middelste nokje van het koppelstuk. Hierdoor is het koppelstuk gelijk over de 2 railuiteindes verdeeld. 8.1 - 02 De eerste universele dakhaak moet minimaal 90 mm van het uiteinde van de montagerail gemonteerd worden.
8.1 - 05 De universele dakhaak moet minimaal 90 mm van het uiteinde van de montagerail gemonteerd worden. En maximaal 250 mm. 8.1 - 06 De montagerails dient 20 - 35 mm uit te steken t.o.v. de rand van het zonnepaneel.