Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrijf
5.2 Menu Sensor setup (vervolg)
CONFIGUREREN (vervolg)
INSTELLEN OP
START MET BUS:
START MET BUS:
AANTAL METINGEN: Aantal metingen die na één activering met bus worden genomen.
VERWERPEN:
GEMIDDELDE:
REINIGING
INTERVAL INST
START
VERWERPEN
UITVOERMODUS
INSTELLEN
SLANGVERWARMING
AAN
UIT
REAG. WAARSCHUWING
REAG.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
STAT. MODUL WRSCH.
40%, 30%, 15%
STAT. MODUL FOUT
14%,10%,8%, UIT
MONSTERDETECTIE
UIT/WAARSCHUWING/
FOUT
UITLAATBESTURING
AAN/UIT
REF
AAN/UIT
BUBBEL AFWIJZEN
AAN/UIT
36
NAT/DROOG, beslist bij metingen op meetintervfallen die gelijk zijn aan of groter zijn dan 10
minuten, of de kuvet leeg (DROOG) of gevuld (NAT) is. Pas dit afzonderlijk aan voor
vloeiende meetwaarden.
JA/NEE, beslist of het instrument doorgaand meet of dat de metingen door
de veldbus worden geactiveerd. De optie "Veldbus" moet in het menu TEST/ONDERH
worden geactiveerd. Het instrument schakelt na activering over naar een interval van 5 min.
Aantal verworpen waarden die aan de metingen voorafgaan.
Aantal metingen die gemiddeld zijn. (beïnvloed alleen door bus geactiveerde metingen)
Aantal uur tussen de reinigingen.
Starttijd voor de reiniging (in geval meer dan één reiniging per dag: starttijd voor de eerste
reiniging)
Aantal meetwaarden die na een reiniging worden verworpen.
Waarde-uitvoer tijdens een reiniging en de volgende verworpen waarden. HOUDEN = laatste
meetwaarde, OVERDRACHT INSTELLEN = in te voeren waarde
Verwarming van sondeslang wordt bij aanvang van de geselecteerde maand ingeschakeld.
Met filtratiesonde.
Verwarming van sondeslang wordt aan het einde van de geselecteerde maand
uitgeschakeld. Met filtratiesonde.
AAN/UIT: aan bepaalt de waarschuwings als het reagentianiveaus laag zijn.
Bepaalt het niveau van de reagens waaronder de waarschuwing wordt geactiveerd.
Waarschuwing wordt vrijgegeven als een filtersonde wordt geïnstalleerd en de status van
filtratiemodules onder
het gedefinieerde niveau valt.
Status van filtratiemodule bij filtersonde waar een fout is gegenereerd. Indien uitgeschakeld,
wordt een gedeactiveerde monsterdetectie omgeschakeld naar "waarschuwing".
Bepaalt de reactie van instrumenten als de hoeveelheid beschikbare monsters te laag is.
Wanneer instrument zich in de filtersondemodus bevindt, wordt een gedeactiveerd "STAT.
MODUL FOUT" omgeschakeld naar 14% door uitschakeling monsterdetectie
Regelt reactie van instrument bij blokkeren van afvoer
Bepaalt of voor het meten wel of niet een meetreferentiekanaal wordt gebruikt.
Gebruikt voor monsters die gas produceren als zuur wordt toegevoegd. Indien actief, wordt
het monster van de kuvet verwijderd zodra de reagentia worden toegevoegd. Daarna wordt
het opnieuw gevuld om de bubbels te verwijderen. Indien actief, is de meetinterval van 5
minuten niet beschikbaar. Om monsters niet te ontgassen, zijn de meetwaarden vloeiender
wanneer de afwijzing van bubbels is uitgeschakeld.
Advertenties
Inhoudsopgave
