13
13
12
12
Als u over stoepranden wilt rijden, trek de rolstoel dan achteruit het
trottoir op en zet de viamobil daarbij uit.
Til de rolstoel daarbij aan zijn grepen (niet aan de grepen van de via-
mobil) op.
Let op de door de fabrikant opgegeven maximale hindernishoogte en
volg de instructies in hoofdstuk 0.2 op als u over stoepranden rijdt.
Let tijdens het rijden op de signalen van de LED-status indicator [3]
(zie ook hoofdstuk 7.2). Als deze regelmatig knippert, is het accupack
van uw viamobil leeg. Beëindig uw rit dan zo snel mogelijk. Als dit niet
mogelijk is, dient u uw viamobiel uit te schakelen (zie hoofdstuk 2.7)
en de aandrijfwielen omhoog te klappen (zie hoofdstuk 2.8). Zo kunt u
de rolstoel zon der ondersteuning van de viamobil duwen.
2.7 Het rijden met de viamobil beëindigen
Schakel uw viamobil altijd uit nadat u uw rit heeft beëindigd om uw accu niet onno-
dig leeg te maken.
Zet de bedieningsknop [12] op stand „0"; de LED status indicator [13] gaat uit.
Na het beëindigen van uw rit dient u uw viamobil altijd uit te schakelen om uw accu
te sparen.
Zet de bedieningsknop [12] op stand „0"; de LED status indicator [13] gaat uit.