*
Blokken B 1_______
>B
23_____
Ú
ent
PIN + ent
0 = OVERBRUG ZONES
[ent] = selecteren
8
8 = CODES
[ent] = selecteren
ent
CODES
1 = Gebruikerscodes
ent
001 GEBRUIKER
L3
A ________
ent
[ent] = selecteren
1 = PIN wijzigen
7
[ent] = selecteren
7 = MAX Nr.
ent
MAX Nr
>
Voer nieuw MAX-nummer in
ent
• Blokken selecteren
Gebruikers kunnen aan meer dan één blok worden toegewezen
maar kunnen mogelijk ook bepalen welke van de toegewezen
blokken ze willen weergeven, of willen in- of uitschakelen. Door op
de toets * te drukken bij het toewijzen van blokken aan de
gebruiker, activeert u de mogelijkheid om blokken te selecteren.
Opmerkingen:
systeemblokken. Dit
gewijzigd.
2. De manager kan standaard blokken selecteren maar dit
kan worden gewijzigd.
3. Gebruikers met toegang tot de optie Codes kunnen alleen
blokken
gebruikerscode. Een gebruiker
toegang heeft tot Blok 4, kan Blok 4 niet toewijzen
aan een andere gebruikerscode.
MAX Nr.
In elke MAX-kaart/tag/handzender is met een laser een uniek nummer
van tien cijfers gebrand. U wijst een MAX-kaart/tag/handzender aan
een gebruiker toe door dit nummer op te geven onder de optie MAX Nr..
Het nummer identificeert de MAX-kaart/tag/handzender in het systeem
en verwijst naar de gebruiker waaraan het is toegewezen.
1. Voer het unieke nummer van tien cijfers in dat met een laser in de
MAX-kaart is gebrand of voer de unieke RF-knopidentificatie in die is
gegenereerd door de RF RIO of druk tegelijkertijd op A en 1 op de
KeyProx en houd de kaart/handzenderbinnen 5 seconden tegen de
KeyProx-lezer. Het in de kaart gecodeerde nummer wordt gedecodeerd
op het Galaxy-paneel en verschijnt op de KeyProx.
2. Druk op ent om het programmeren te beëindigen en terug te keren
naar het vorige menu.
Opmerking:
gebruikerscode waaraan geen PIN is toegewezen. Alle overige opties
voor deze gebruiker zijn geldig voor de MAX-kaart/tag/handzender. U
wordt aangeraden MAX-nummers toe te wijzen aan gebruikers die geen
PIN nodig hebben bij de menuoptie MAX Gebr..
Wanneer een MAX-nummer is toegewezen aan een gebruikersnummer,
verschijnt een kleine letter m op de bovenste regel van het scherm met
gedetailleerde gebruikersgegevens.
Als u een # toewijst aan het MAX-nummer, wordt dubbele verificatie
toegepast op de MAX-functie, met andere woorden de gebruiker moet
eerst de PIN invoeren. Als u een sterretje (*) toewijst aan het MAX-
nummer, is een tweede kaart vereist om deuren te openen.
1. De manager heeft altijd toegang tot alle
toewijzen die zijn toegewezen aan hun
u kunt een MAX-nummer toewijzen aan een
kan
niet
worden
die
geen