De rotor is als volgt toegankelijk:
•
Aanbouwen van de machine op een tractor,
•
Optillen van de vangkorf tot de eindstand,
•
Plaatsen van de borgsteun aan de hefcilinder rechtsboven van de
vangkorf (Afb. 6.1-6),
•
Uitschakelen van de tractormotor
•
Ontgrendelen en omhoog klappen van de tussenkap
(Fig. 6.1-7 & Fig.6.1-8).
WAARSCHUWING
Let bij werkzaamheden aan de rotor en de opgetilde vangkorf op
stilstand van de rotor en plaats de borghaken aan de tank.
Het maaiwerk
51