Transporteren van de machine
•
Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende
verkeersregels te houden!
•
Controleer voor transportritten
ο
of voedingsleidingen correct zijn aangebracht;
ο
of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is;
ο
het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog
lopende gebreken;
ο
of de handrem volledig los is;
ο
de werking van het remsysteem.
•
De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en
remvermogen!
Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en
gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden niet alleen het
rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor.
•
Gebruik zo nodig gewichten aan de voorzijde!
De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20 % van het
eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van
voldoende stuurvermogen.
•
Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in
overeenstemming met de voorschriften aan de daartoe
bestemde bevestigingspunten!
•
Houd rekening met het maximale laadvermogen van de
aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare
asbelasting en oplegdruk van de tractor!
•
De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met
aangebouwde of aangekoppelde machine) over voldoende
remvertraging te beschikken!
•
Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden!
•
Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in
bochten rekening met de grote uitzwaai en de
middelpuntvliedende kracht van de machine!
•
Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de
trekstangen van de tractor is bevestigd, moet u er vóór transport
voor zorgen dat de trekstangen aan de zijkant voldoende is
vastgezet!
•
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
transportstand!
•
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
transportstand vast om te voorkomen dat zij van positie
veranderen. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde
transportbeveiligingen!
•
Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de
driepuntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de
aangebouwde of aangekoppelde machine te voorkomen!
•
Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen,
zoals verlichting, waarschuwingssystemen en
beschermingsvoorzieningen, op de juiste wijze aan de machine
zijn gemonteerd!
Algemene veiligheidsaanwijzingen
27