• Bij andere displaytypes dan "Display Type D" wordt
het functie-item niet getoond. Wanneer een ander
displaytype dan "Display Type D" is gekozen, drukt u
op de toetsen [1] tot [6] of op de toets [NEXT]. Het
functie-item wordt ongeveer 5 seconden getoond.
• De indicator wordt getoond wanneer het displaytype
"Display Type C" of "Display Type D" is ingesteld.
• Zie de bladzijde in de volgende tabel voor informatie
over de methoden voor wijziging met het displaytype
als u de informatie met het displaytype wilt wijzigen.
Displaytype
A
Grafisch 1
17
—
Tekst 2
Boven 4
—
—
Midden 5
Onder 6
—
Displaytype A/ Displaytype B
Omschakelen van het grafisch
displaygedeelte
Wijzigen van het grafisch display.
1
B
C
D
2
17
—
—
—
—
18
—
20
20
3
—
—
20
—
21
21
4
5
6
7
Kies het toetsfunctiegedeelte
Druk op de toets [NEXT].
Druk herhaaldelijk op de toets totdat "DISP"
boven toets [2] wordt getoond.
Zie <Opmerkingen over de multifunctionele
toetsbediening> (blz. 11).
Activeer de displayregelfunctie
Druk op de toets [2] ("DISP").
Kies de displayfunctie
Druk op de toets [1] ("MODE").
Kies het displaytype
Druk de regelknop naar [4] of [¢].
Kies het display "Display Type A"/ "Display Type B".
Kies het grafisch display
Druk op de toets [3] ("Graph").
Kies het grafisch displaygedeelte
Druk de regelknop naar [4] of [¢].
Elke keer dat u op de knop drukt, wisselt het
grafisch display tussen de displays getoond in de
onderstaande tabel.
Grafisch display
Film 1
Film 2
Achtergrond
Sluit de displayregelfunctie af
Druk op de toets [6] ("RTN").
• Deze functie kan worden ingesteld wanneer
"Display Type A"/ "Display Type B" is gekozen als
displayfunctie.
17
|
Nederlands