WAARSCHUWING
8.2.1 Controles die de operator moet uitvoeren
Controleer de
1
gebruiksomstandigheden om
te zien of er geen nieuwe
gevaren zijn die een veilig
gebruik in de weg kunnen
staan.
Kijk of de ketting vervormd
3
zijn of dat deze beschadigd of
getordeerd zijn (in modellen
van 2) Kijk of de ketting
schoon en goed gesmeerd is.
Controleer of alle waarschu-
5
wingstekens zich op de juiste
plaats bevinden, in goede
conditie zijn en gemakkelijk te
lezen zijn. Zie het gedeelte
Symbolen.
Controleer of de noodstop-
7
knop naar beneden staat.
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van Verlinde SAS. en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim
dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke
toestemming van Verlinde SAS. Copyright © (2010) Verlinde SAS. Alle rechten voorbehouden.
Het gebruik van een product met een abnormale conditie of defect kan leiden
tot ernstige verwonding of de dood, of ernstige schade aan het product tot
gevolg hebben.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR KETTINGTAKEL
Voer een visuele controle uit
2
om te zien of het product
olielekken heeft.
Inspecteer de haak op
4
groeven, gutsen, vervorming
van de overstekopening,
slijtage op zadel of
lastdraagpunt, en tordering.
Gebruik het product nooit als
6
het is afgesloten of gelabeld
is. Volg de lokale veiligheids-
procedures.
Controleer de conditie van de
8
bedieningskabel.
45/95
01/2015