4.2.2 Veiligheidsfuncties
4.2.3 Veiligheidsfuncties
Takelunit
Apparaat
Noodstopknop
Slipkoppeling
Tweede schijfrem
(vasthoudrem) (optie)
Bovenste en onderste
eindschakelaar
4.3
Symbolen
4.3.1
Veiligheidssymbolen
Aan de hand van veiligheidssymbolen krijgt de operateur informatie over de mogelijke gevaren en ook over de
speciale kenmerken met betrekking tot de bediening van het product.
Symbool
4.3.2 Informatiestickers toegepast op de takel
De informatiestickers vermelden operationele gegevens die de operator helpen bij het bedienen van de kraan.
Sticker
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van Verlinde SAS. en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim
dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke
toestemming van Verlinde SAS. Copyright © (2010) Verlinde SAS. Alle rechten voorbehouden.
Beschrijving
De noodstopknop wordt gebruikt voor het uitzetten van de voeding van het systeem in gevaarlijke
situaties. De noodstopknop onderbreekt de voedingsspanning van het systeem vanaf de hoofdcontactor.
Elimineer het gevaar voordat u de noodstopknop loslaat. Er bestaan verschillende soorten
noodstopknoppen maar deze zijn altijd rood.
De slipkoppeling beschermt de machine tegen overbelasting. Overlast treedt op bij ongeveer 110 % van
het nominale draagvermogen van de takel. Als deze geactiveerd is, voorkomt de slipkoppeling verder
hijsen maar is het nog altijd mogelijk de last naar beneden te halen. Gebruik de slipkoppeling nooit om het
gewicht van de last te evalueren.
De tweede schijfrem (vasthoudrem) houdt de last als de hoofdrem uitvalt. De hoofdrem en hulprem zijn op
dezelfde as gemonteerd. Als de takelbeweging is vereist, worden de hoofdrem en de hulprem tegelijk
bekrachtigd vanaf de remprintplaat. Als de takelbeweging wordt onderbroken, wordt de hoofdrem
onmiddellijk uitgeschakeld terwijl de hulprem bekrachtigd blijft voor een aantal milliseconden door het
inductieve effect van de motor.
De eindschakelaar van de takel wordt ingesteld om de voorkomen dat de takel te hoog of te laag wordt
getakeld. De bovenste eindschakelaar stopt de opwaartse beweging, zodat alleen een neerwaartse
beweging mogelijk is. De onderste eindschakelaar stopt de neerwaartse beweging, zodat alleen hijsen
mogelijk is.
Als er geen gehoor wordt gegeven aan de gevaren die door deze symbolen
worden aangeduid, kan dit ernstige verwondingen of de dood tot gevolg
hebben.
Beschrijving
Gevaar van elektrische schok
Beschrijving
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR KETTINGTAKEL
Locatie van product
Op elektrische kast of andere kasten.
Locatie op het product
28/95
01/2015