DOC382060A / X243212nl / A / 15 May 2020 / X192723/A
02910821800010 PO 82001316
Dit document en de daarin vervatte informatie is het exclusieve eigendom van Verlinde S.A.S. en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en onder het eigendomsrecht vallend
handelsgeheim dat niet mag worden gereproduceerd, onthuld aan derden, gewijzigd of anderszins worden gebruikt zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van Verlinde S.A.S.
Samenvatting van Inhoud voor Stagemaker KETTINGTAKEL SL5 504 M2 A
Pagina 1
GEBRUIKERSHANDLEIDING KETTINGTAKEL SL5 504 M2 A DOC382060A / X243212nl / A / 15 May 2020 / X192723/A 02910821800010 PO 82001316 Dit document en de daarin vervatte informatie is het exclusieve eigendom van Verlinde S.A.S. en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en onder het eigendomsrecht vallend handelsgeheim dat niet mag worden gereproduceerd, onthuld aan derden, gewijzigd of anderszins worden gebruikt zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van Verlinde S.A.S.
GEBRUIKERSHANDLEIDING INHOUDSOPGAVE INLEIDING......................... Over deze instructies....................1.1.1 Gebruik van de instructies................1.1.2 Copyright-vermelding................... 1.1.3 Definitie van termen..................1.1.4 In de instructies gebruikte symbolen............1.1.5 Beschikbare technische documenten............Over dit product....................... 1.2.1 Gebruik van het product................1.2.2 Garantiebepalingen..................10 1.2.3 Identificatie van het product................. 1.2.4 Normen en richtlijnen...................
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE 3.3.1 Belangrijkste onderdelen van de kettingtakel..........3.3.2 Kettingaandrijving..................Bediening......................... 3.4.1 Hangende bediening..................32 Opties........................32 3.5.1 Handmatige remlichter................. 32 3.5.2 Roterende nokkeneindschakelaar..............34 INSTALLATIE......................37 Algemene aanwijzingen voor de installatie............37 Veiligheid tijdens de installatie................Voorbereidingen voor de installatie................ 38 4.3.1 Transport, verpakking, leveringsomvang............
Pagina 5
GEBRUIKERSHANDLEIDING Lastbehandeling...................... 6.5.1 Methoden voor lastbehandeling..............6.5.2 Werking van de slipkoppeling............... 71 6.5.3 Werking hijseindschakelaar................71 De apparatuur uitschakelen..................ONDERHOUD......................Veiligheid tijdens onderhoud.................. Voorbereidingen voor onderhoud................72 7.2.1 Onderhoudspersoneel.................. 73 7.2.2 Behoud van beschermingsklasse..............73 Onderhoudsschema....................7.3.1 Ontwerpwerkperiode (OWP)................ 7.3.2 Algehele revisie....................
Pagina 6
INHOUDSOPGAVE Dit document en de daarin vervatte informatie is het exclusieve eigendom van Verlinde S.A.S. en vertegenwoordigt een 5/2020 niet-openbaar, vertrouwelijk en onder het eigendomsrecht vallend handelsgeheim dat niet mag worden gereproduceerd, onthuld aan derden, gewijzigd of anderszins worden gebruikt zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van Verlinde S.A.S.
GEBRUIKERSHANDLEIDING INLEIDING Over deze instructies Deze instructies geven richtlijnen om veilig en efficiënt met het product te kunnen werken. Neem de tijd en lees deze instructies. Door de deze instructies te kennen, draagt u bij aan het voorkomen van schade aan het product en, vooral van letsel aan personeel dat zich in de buurt van het product bevindt.
1 INLEIDING De volgende termen en definities worden in deze instructies gebruikt: ANSI American National Standards Institute Geautoriseerd personeel Personen die door de eigenaar zijn gemachtigd en die de noodzakelijke training hebben gehad voor bediening of onderhoud. CE-markering De CE-markering geeft aan dat het product voldoet aan de geschikte CE-voorschriften.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Loopkat (voor De kat ondersteunt het hijsmechanisme en rijdt langs de hijsmechanisme) hoofdligger of de rijbaan. 1.1.4 In de instructies gebruikte symbolen Maak uzelf vertrouwd met de volgende symbolen die in deze instructies worden toegepast. Symbool Beschrijving Geeft aan dat het product langzamer gaat of dat het bij de laagste snelheid draait.
1 INLEIDING RISICO OP SCHADE AAN EIGENDOMMEN Zijdelings trekken versnelt de slijtage van de hijsmachinerie. LET OP Laat nooit toe dat het gebruikte product lasten lateraal trekt of sleept. Hef de last vóór verplaatsing altijd van de grond. GEVAAR ALGEMEEN GEVAAR Ongeoorloofd gebruik van het product kan leiden tot de dood, ernstig letsel of materiële schade.
GEBRUIKERSHANDLEIDING IMPLICIET, DIE VOORTVLOEIEN UIT TOEPASSING VAN DE WET OF ANDERSZINS, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, WELKE IMPLICIETE GARANTIE DAN OOK VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Verkoper geeft geen garantie op producten die zijn vervaardigd of op diensten die worden aangeboden door andere partijen dan de verkoper (“Producten van derden).
Pagina 12
1 INLEIDING Pos. Markering Beschrijving Merk Merklogo Beschermingsklasse Soort beschermingsklasse voor behuizingen; markeringen voor gevaar voor explosieve atmosfeer; veiligheidsnorm voor de takel Serienummer Een uniek identificatienummer voor het product Soort certificering CE- of EX-markering, afhankelijk van de configuratie van de takel Streepjescode Streepjescode van het serienummer Soort certificering...
GEBRUIKERSHANDLEIDING De voorbeeldgegevens in de afbeelding worden uitsluitend ter illustratie getoond en LET OP komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de gegevens van uw product. 1.2.4 Normen en richtlijnen Dit product is ontworpen en geproduceerd om te voldoen aan Europese en internationale normen en richtlijnen.
2 GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) Veiligheidsberichten en -signalen Dit hoofdstuk bevat uitleg over veiligheidssymbolen, tekens, signalen en stickers die op het product en in de documentatie worden gebruikt. 2.1.1 Waarschuwingswoorden De volgende waarschuwingswoorden en symbolen worden gebruikt om veiligheidsberichten in...
GEBRUIKERSHANDLEIDING Symbolen voor mechanische gevaren Beknellingsgevaar Beknellingsgevaar Gevaar voor snijden Valgevaar voor voeten voor handen Gevaar voor vallende Gevaar voor uitglijden Gevaar voor vallende Beknellingsgevaar last voorwerpen Gevaar bij hangende lading Symbolen voor elektrische gevaren Elektrisch gevaar Gevaar voor bovengrondse elektriciteitskabels Gevarensymbolen voor lawaai Gevaar voor lawaai...
2 GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) 2.1.3 Symbolen voor verplichte handelingen Symbolen voor verplichte handelingen geven acties aan die moeten worden genomen om gevaar te voorkomen. Verplichte handelingen worden aangegeven met witte symbolen op een blauwe achtergrond.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Plus Figuur 2. Classificatiestickers D8 en D8 Plus Veiligheidssticker Beschrijving Een kettingtakel met D8-classificatie kan tijdens de inbedrijfstelling worden gebruikt om lasten te hijsen. D8 Plus Een kettingtakel met D8-classificatie kan tijdens de inbedrijfstelling worden gebruikt om lasten te hijsen en lasten boven mensen in ruststand te houden.
2 GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) • Helm • Oogbescherming • Gehoorbescherming • Veiligheidsschoenen • Gasmasker • Veiligheidshandschoenen • Beschermende kleding • Veiligheidsgordel wanneer op hoogte wordt gewerkt • Hoge-zichtbaarheidskleding Draag geen losse kleding of sieraden die vast kunnen komen in de bediening of in bewegende delen van het product kunnen worden getrokken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING • Training over valbeveiligingsprocedures en het juiste gebruik van de valbeveiligingssystemen • Inspectie en goed onderhoud van de valbeveiligingsmiddelen • Maatregelen om vallende voorwerpen te voorkomen • Reddingsplannen Indien nodig neemt u contact op met uw leverancier of onderhoudsbedrijf voor ondersteuning bij het opzetten van uw valbeveiligingsprogramma.
2 GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) Uw apparatuur kan zijn voorzien van extra optionele toepassingen om werking in speciale omgevingen zoals buiten mogelijk te maken. Neem bij twijfel contact op met de LET OP fabrikant of de vertegenwoordiger hiervan. 2.3.2 Verboden gebruik WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR MACHINESTORING...
GEBRUIKERSHANDLEIDING Wijzigingen en aanpassingen zonder de juiste risicobeoordeling, uitschakeling of vermindering van risico en zonder de geschikte veiligheidsmaatregelen kan leiden tot de dood, ernstig persoonlijk letsel of schade aan eigendommen of het milieu. Ongeoorloofde aanpassingen maken ook de garantie ongeldig. Als een hierboven genoemde aanpassing of correctie is uitgevoerd zonder toestemming van de fabrikant, worden de gevolgen hiervan voor de garantieaansprakelijkheid per geval bekeken.
2 GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) Beschermende maatregelen 2.5.1 Een noodstop maken WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR ONGECONTROLEERDE BEWEGINGEN De apparatuur kan door het maken van een noodstop verplaatsen of op ongecontroleerde wijze werken, wat kan leiden tot de dood, ernstig letsel of materiële schade.
GEBRUIKERSHANDLEIDING WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN Zelfs als een schakelaar is uitgeschakeld, kunnen sommige onderdelen van het product nog steeds onder spanning staan. De spanning kan leiden tot blootstelling aan elektrische schokken, die tot de dood of ernstig letsel kunnen leiden. Wees u bewust van de functionaliteit van de hoofdschakelaar WAARSCHUWING! GEVAAR VAN ZWAAIENDE LAST Het uitschakelen van de hoofdschakelaar leidt tot plotseling onderbreken van de...
2 GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) Schakel de apparatuur uit en ontkoppel de stroomtoevoer. Plaats een persoonlijk slot en label op bedieningsorganen zodat deze pas weer gebruikt kunnen worden nadat u het slot hebt verwijderd. Houd tijdens het uitvoeren van werkzaamheden de sleutel van de vergrendeling altijd bij u.
GEBRUIKERSHANDLEIDING WAARSCHUWING GEVAAR VOOR LAWAAI Continue blootstelling aan lawaai boven 80 dB(A) kan leiden tot gehoorbeschadiging. Draag goedgekeurde gehoorbescherming. Geluidsdrukniveaus Takels genereren tijdens het gebruik lawaai. Het totale geluidsdrukniveau dat in het werkgebied wordt ervaren, is een combinatie van de afzonderlijke geluidsbronnen rondom de bedienaar. De voornaamste lawaaibronnen van de takel zijn afkomstig van de componenten, trillende constructies en weerkaatsende oppervlakken.
2 GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU (HEALTH, SAFETY AND THE ENVIRONMENT, HSE) Eisen aan personeel WAARSCHUWING SPECIALISTISCHE VAARDIGHEDEN VEREIST Ondeskundige bedienings- en onderhoudsprocedures kunnen de dood of ernstig letsel veroorzaken. De bedienings- en onderhoudsprocedures vereisen professionele vaardigheden en speciale training met betrekking tot de taken en werkmethoden. Bedien de apparatuur niet of voer geen onderhoudstaken uit zonder de juiste training.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2.8.2 Omgang met afvalmateriaal Verwerking en afvoer van afvalmateriaal van de installatie, het onderhoud of van demontage conform de lokale wet- en regelgeving. Ter wille van de duurzaamheid geven we er de voorkeur aan afval opnieuw te gebruiken, te recyclen als materiaal, er energie uit terug te winnen en pas in laatste instantie veilig af te voeren.
3 PRODUCTBESCHRIJVING PRODUCTBESCHRIJVING Technische gegevens 3.1.1 Bedrijfsklasse van de takel Bij ontwerp en aankoop van het product wordt de voorspelde levensduur van het product overeengekomen, op basis van het verwachte gebruik van het product. Dit verwachte gebruik staat bekend als de bedrijfsklasse. Hijsmachinerie die doorlopend en voor het hijsen van zware lasten wordt gebruikt, bevindt zich duidelijk in een andere bedrijfsklasse dan hijsmachinerie van dezelfde maat die af en toe en voor het hijsen van lichte lasten wordt gebruikt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Functionele beschrijving 3.2.1 Functioneel principe van de elektrische kettingtakel Figuur 6. Belangrijkste componenten van de hijsfunctie 1. Elektrisch paneel 1 (configuratie A) 5. Hijsmotor 2. Hijsreductiebak 6. Slipkoppeling 3. Kettingwiel 7. Rem (enkele rem in het voorbeeld) 4. Elektrisch paneel 2 (configuratie B) Dit document en de daarin vervatte informatie is het exclusieve eigendom van Verlinde S.A.S.
3 PRODUCTBESCHRIJVING 3.2.2 Kinematische keten van elektrische kettingtakel 1. Stelschroef 5. Slipkoppeling 2. Hijsreductiebak 6. Rem 3. Kettingwiel 7. Motorkoppel 4. Motor 8. Remkoppel Pad motorkoppel De motor (4) drijft de as aan, die de schuine tandwielen in de hijsreductiebak (2) laat draaien. De tandwielreductie brengt het motorvermogen via het kettingwiel (3) over op de ketting, die zich dan in de geselecteerde richting (omhoog/omlaag) verplaatst.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Kettingtakel 3.3.1 Belangrijkste onderdelen van de kettingtakel Figuur 7. Belangrijkste componenten van de elektrische kettingtakel 1. Hijsmachinerie 6. Kettingzak 2. Buffer 7. Kettinggeleider 3. Handgreep 8. Ophanging (roterende ophanghaak of beugelophanging) 4. Bedieningskabel en stekker 5. Haak 3.3.2 Kettingaandrijving De kettingaandrijving bestaat uit de volgende componenten: de kettinggeleider, het kettingwiel en de ketting.
3 PRODUCTBESCHRIJVING Bediening De indeling van de richtingsknoppen kan van product tot product verschillen. De functie van iedere richtingsknop wordt aangegeven door een symbool. Het is belangrijk dat de bedienaar weet wat de symbolen betekenen om de apparatuur veilig te gebruiken. WAARSCHUWING GEVAAR VOOR ONBEDOELDE BEWEGINGEN Het drukken op een onjuiste bedieningsknop op de bediening kan onbedoelde...
GEBRUIKERSHANDLEIDING Gebruik van de handmatige remlichter Gebruik de handmatige remlichter om de last handmatig te laten zakken in situaties waarin de rem niet normaal kan worden gelost. 1. Plaats de hendel van de handmatige remlichter (1) op de rem (2). Steek een arm van de hendel in de remluchtspleet (3) aan de linkerkant van de bovenste schroef (4).
3 PRODUCTBESCHRIJVING 3.5.2 Roterende nokkeneindschakelaar De roterende nokkeneindschakelaar is leverbaar als een 2-traps- of 4-trapsversie. De optie voor de roterende nokkeneindschakelaar is uitsluitend leverbaar voor de kettingtakel van configuratie Figuur 8. 4-traps roterende nokkeneindschakelaar 1. Koppeling 3. Roterende nokkeneindschakelaar 2. Bevestigingsplaat Typen roterende nokkeneindschakelaars Figuur 9.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Figuur 10. 4-traps roterende nokkeneindschakelaar De 4-traps roterende nokkeneindschakelaar werkt ongeveer als de 2-traps nokkeneindschakelaar, maar heeft vier afzonderlijk instelbare schakeleenheden. Er zijn voor deze functie verschillende configuraties mogelijk, maar configuratie 1 (zie tabel 4-traps nokkeneindschakelaar) is de standaardconfiguratie. Configuraties roterende nokkeneindschakelaar 2-traps nokkeneindschakelaar Config.
GEBRUIKERSHANDLEIDING INSTALLATIE Algemene aanwijzingen voor de installatie Veiligheid tijdens de installatie Zorg ervoor dat het installatiepersoneel vakbekwaam en gekwalificeerd is en wordt voorzien van voldoende aanwijzingen voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Zorg ervoor dat de testbelasting, het testrijden en de inbedrijfstelling juist zijn uitgevoerd. Controleer of het overdrachtslogboek juist is ingevuld.
4 INSTALLATIE 13. Items die niet goed aan de apparatuur zijn bevestigd, zoals gereedschappen of losgemaakte componenten, kunnen per ongeluk bewegen of vallen, met mogelijk ernstige gevolgen. Laat bij het ontmantelen van de apparatuur de componenten bij de vroegste praktische gelegenheid naar de grond zakken. 14.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Aanhaalmomenten [Nm] Maat frame Component Koppel [Nm] Eindstop ketting Onderblok 11,5 4.3.3 Behandeling van het product Hijsen van de takel Controleer het gewicht van de takel voordat u begint met hijsen, om een geschikt hijswerktuig te selecteren en overbelasting te voorkomen. Het gewicht van de takel kan worden gevonden op de paklijst, in de technische documentatie of op het typeplaatje van de takel.
4 INSTALLATIE Figuur 11. Het hijsen van de kettingtakel Bevestiging van de kettingbak 1. Bevestig de kettingbak (1) aan het verbindingsstuk (2) met de karabijnhaken met schroefvergrendeling (3). Dit document en de daarin vervatte informatie is het exclusieve eigendom van Verlinde S.A.S. en vertegenwoordigt een 5/2020 niet-openbaar, vertrouwelijk en onder het eigendomsrecht vallend handelsgeheim dat niet mag worden gereproduceerd, onthuld aan derden, gewijzigd of anderszins worden gebruikt zonder de nadrukkelijke schriftelijke...
GEBRUIKERSHANDLEIDING Verwijderen en installeren van de takelafdekkingen 1. Zorg ervoor dat u de kettingtakel hebt ontkoppeld van de hoofdstroomtoevoer. 2. Draai de vier schroeven van de eindkap aan de remzijde los, om toegang te krijgen tot de componenten aan de remzijde. Verwijder de eindkap. 3.
4 INSTALLATIE Ophangen van de kettingtakel WAARSCHUWING GEVAAR VOOR OVERBELASTING Overbelaste componenten kunnen storingen veroorzaken, die kunnen leiden tot ernstig letsel, de dood of schade aan het product. De ophanging of draagconstructie van de kettingtakel moet zijn ontworpen voor de maximale belasting die wordt uitgeoefend door de werking van de kettingtakel als de kettingtakel wordt gebruikt zoals bedoeld.
GEBRUIKERSHANDLEIDING WAARSCHUWING GEVAAR VOOR MACHINESTORING Als de ophangbeugel onjuist is geïnstalleerd, dan hangt de kettingtakel onder een hoek. Het onder een hoek ophangen van de kettingtakel resulteert in voortijdige slijtage van de kettingaandrijving. Zorg ervoor dat de ophangbeugel is bevestigd, zodat deze overeenkomt met de inscheringswijze van de ketting van de kettingtakel.
4 INSTALLATIE Figuur 13. Posities van de kabelwartels van de kettingtakel in configuratie B 1. Stroomtoevoer 2. Bedieningskabel 4.8.2 Aansluiten van de takel op de stroomtoevoer. Als de kettingtakel zonder stekkers wordt besteld, dan tonen deze instructies hoe de kettingtakel op de stroomtoevoer moet worden aangesloten. Controleer voordat de kettingtakel op de hoofdstroomtoevoer wordt aangesloten of •...
Pagina 45
GEBRUIKERSHANDLEIDING 1. Haal de stekker van de voedingskabel uit de aansluiting voor de stroomtoevoer. Open de kabelwartel. Verwijder de tijdelijke voedingskabel door deze uit de kabelinvoer en de kabelwartel te trekken. 2. Voer de hoofdvoedingskabel door de kabelwartel en de kabelinvoer. Sluit de draden van de kabel aan op de stekker.
4 INSTALLATIE Installeer de eindkap en zet de bevestiging met de vier schroeven vast. Draai de schroeven vast met het juiste aanhaalmoment. 5. Controleer of de volgorde van de fasen correct is. Controleer of alle bewegingen (opwaartse en neerwaartse beweging van de takel) in de juiste richting plaatsvinden, om de fasevolgorde te controleren.
Pagina 47
GEBRUIKERSHANDLEIDING UP 1 DOWN 1 UP 2 DOWN 2 53566220 1. Bovenste aanslag (OMHOOG) 1 4. Onderste aanslag (OMLAAG) 2 2. Onderste aanslag (OMLAAG) 1 5. Identificatienummer 3. Bovenste aanslag (OMHOOG) 2 Figuur 14. 2-traps roterende nokkeneindschakelaar Stelschroef 1 is voor de bovenste limiet en stelschroef 2 voor de onderste limiet. Figuur 15.
4 INSTALLATIE 4.10 Afstellen van de onderste haakpositie Als u de haakweg of hijshoogte vaststelt, zorg er dan voor dat de haak de grond in de onderste haakpositie raakt. Zet de aanslag vast op de vijfde kettingschakel op het onbelaste einde van de ketting.
GEBRUIKERSHANDLEIDING INBEDRIJFSTELLING Veiligheid tijdens inbedrijfstelling • Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen • Gebruik voorzieningen voor valbeveiliging • Gebruik gereedschappen die volgens VDE nl 60900 zijn gekeurd voor nominale spanning • Gebruik vergrendel- en verzegeltekens om onbevoegd gebruik van de apparatuur te voorkomen. •...
5 INBEDRIJFSTELLING 3. Controleer de boutverbindingen • Controleer de geboute en mechanische verbindingen. • Controleer de verbinding met het takelframe en het ophangingsonderdeel. • Controleer indien van toepassing de verbinding met het ophangingsonderdeel en de loopkat. • Haal de bouten aan met een geschikte momentsleutel. Zie voor meer informatie het hoofdstuk Aanhaalmomenten voor de kettingtakel.
GEBRUIKERSHANDLEIDING • Hijs geen last die zwaarder is dan de nominale capaciteit van het hijswerktuig. • Beweeg de last niet voordat u er zeker van bent dat deze goed aan de lasthaak is bevestigd. • Houd uzelf en omstanders tijdens het hijsen uit de buurt van de gevarenzone. Plaats een last nooit boven mensen.
Pagina 52
5 INBEDRIJFSTELLING • Controleer de werking van de mechanische of magnetische eindschakelaars. • Controleer de werking van de roterende nokkeneindschakelaar. Laat de haak bij lage snelheid hijsen en zakken totdat de eindschakelaars worden geactiveerd. Als de eindschakelaars worden geactiveerd, voorkomen deze verdere opwaartse of neerwaartse beweging van de haak.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5.3.4 Testen van de takel met testlast Controleer voordat u het product in gebruik neemt dat het in alle mogelijke toepassingen wordt gebruikt waarvoor het is bedoeld. Controleer dat het product uitsluitend met de maximaal toegestane last wordt gebruikt. Controleer de werking van de veiligheidsvoorzieningen, bijvoorbeeld, door een overlast te hijsen.
5 INBEDRIJFSTELLING Na de inbedrijfstelling • Controleer dat de takel of andere onderdelen hiervan tijdens de testen voor inbedrijfstelling niet worden beschadigd. • Controleer dat alle tijdens de installatie gebruikte gereedschappen en materialen worden verwijderd van de takel en de rijbaan. •...
GEBRUIKERSHANDLEIDING WERKING Veiligheid tijdens het bedrijf WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR VALLENDE LAST Het bedienen van het product als er mensen zich onder of in de buurt van de last bevinden kan een gevaar van een vallende last opleveren. Een vallende last kan ernstig letsel of de dood veroorzaken voor mensen die zich onder of in de buurt van de last bevinden.
6 WERKING Bewegingen 6.2.1 Bedieningsorganen voor bewegingen De snelheid komt overeen met de stand van de richtingsknop. De apparatuur beweegt op de laagste snelheid als de drukknop gedeeltelijk wordt ingedrukt en op de maximale snelheid als de drukknop volledig wordt ingedrukt. De apparatuur stopt met bewegen als de drukknop wordt losgelaten.
Pagina 57
GEBRUIKERSHANDLEIDING De motor draait op een van de twee vooraf ingestelde snelheden, overeenkomstig de kracht die de operator uitoefent op de drukknop voor de richting. Als u de drukknop voor de richting half indrukt, draait de motor op de laagste snelheid. Als u de drukknop voor de richting volledig indrukt, draait de motor op de maximale snelheid.
6 WERKING Drukknop losgelaten: Motor draait niet. Drukknop stap 1 ingedrukt: Motor accelereert totdat deze de vooraf ingestelde lage snelheid bereikt. Drukknop stap 2 ingedrukt: Motor accelereert tot de maximale snelheid. Drukknop stap 1 ingedrukt: Motor behoudt de huidige snelheid. Drukknop stap 2 ingedrukt: Motor accelereert totdat deze de maximale snelheid bereikt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3. Voer visuele controles uit Controleer de takel visueel om te kijken of er geen olie van de takel of andere apparatuur lekt. 4. Controleer de werking van de noodstopknop Controleer of de noodstopknop kan worden ingedrukt en in die positie blijft staan. Gebruik het product nooit als dit is vergrendeld of verzegeld.
6 WERKING Stel de bediening in. Zie hoofdstuk Instellen van de bediening voor aanwijzingen. 3. Controleer de remmen Controleer of de remmen in alle richtingen werken en of de snelheid op de juiste manier toeneemt met de bediening. 4. Controleer de geluiden Luister of u ongewone geluiden hoort.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Lastbehandeling 6.5.1 Methoden voor lastbehandeling Evalueren van de last Stel voor het hijsen het gewicht van de last vast, om overbelasting te voorkomen. Hijs de last alleen als u er zeker van bent dat deze niet meer weegt dan de maximaal toegestane last van het product en de reservetoebehoren.
6 WERKING WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR ONSTABIELE LAST Het proberen om een ongebalanceerde last met uw handen te balanceren, kan ernstig letsel of de dood veroorzaken. Probeer nooit een niet gebalanceerde last met uw handen in balans te brengen. Laat de last neer en pas het hijspunt aan.
GEBRUIKERSHANDLEIDING • Als de last onstabiel is, kan er een plotselinge kracht op de ketting worden uitgeoefend. Zet de inhoud van de verpakkingskisten goed vast, zodat deze tijdens het hijsen niet kan verschuiven. • De kat of takel kan opspringen door een plotseling verlies van de last. GEVAAR VOOR OVERBELASTING Schokbelasting kan het product of de last beschadigen.
Pagina 64
6 WERKING Volg altijd de aanwijzingen die zijn verschaft door de fabrikant van het hijswerktuig bij het gebruik van verwisselbare hijsgereedschappen. Gebruik nooit de kettingen van het LET OP product als strop om deze aan de last te bevestigen. Behandeling van de last •...
Pagina 65
GEBRUIKERSHANDLEIDING • Controleer dat de last in balans is en veilig aan de hijspunten is vastgemaakt. De last moet niet kunnen gaan glijden, slippen of losraken wanneer deze hangt. • De kettingtakel moet direct boven (loodrecht boven) de last worden geplaatst, zodat er geen zijdelingse trekkrachten zijn.
Pagina 66
6 WERKING • Blijf altijd naar de last kijken terwijl deze in beweging is om ervoor te zorgen dat deze niet tegen iets botst of uit het hijswerktuig valt. • Sleep geen lasten en trek niet vanaf de zijkant aan lasten. •...
Pagina 67
GEBRUIKERSHANDLEIDING Controleer of alles klaar is voor het hijsen. Beweeg de last niet voordat u er zeker van bent dat deze goed aan de lasthaak is bevestigd. Als de takel een alarmhoorn heeft, druk dan op de drukknop voor de alarmhoorn om mensen in de buurt te waarschuwen dat er bijna een last wordt verplaatst.
Pagina 68
6 WERKING Houd de drukknop OMHOOG ingedrukt totdat de last net vrij van de grond is. Druk op de drukknop OMHOOG om de last op hoge snelheid te hijsen. Laat de drukknop OMHOOG voorzichtig los als de last zich op de gewenste hoogte bevindt.
Pagina 69
GEBRUIKERSHANDLEIDING WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR BEWEGENDE LAST Het gebruiken van het product als er zich mensen onder of in de buurt van de last bevinden, kan ernstig letsel of de dood veroorzaken. Zorg er bij gebruik van het product voor dat er zich geen mensen onder of in de buurt van de last bevinden.
Pagina 70
6 WERKING Druk op de drukknop OMLAAG om de last neer te laten. Verminder de neerlaatsnelheid door de drukknop OMLAAG geleidelijk lost te laten als de last de grond nadert. Laat de drukknop OMLAAG volledig los als het hijswerktuig slap hangt, maar voordat de haak of het hijswerktuig de last raakt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 6.5.2 Werking van de slipkoppeling De kettingtakel is uitgerust met een slipkoppeling die wordt geactiveerd als er zich een overbelasting voordoet. De rem wordt dan automatisch geactiveerd en de stroomtoevoer naar de motor wordt uitgeschakeld. Nadat de slipkoppeling is geactiveerd, is alleen de neerlaatbeweging mogelijk. Daarom is het niet mogelijk om een overbelasting van de grond te hijsen.
7 ONDERHOUD ONDERHOUD Veiligheid tijdens onderhoud WAARSCHUWING GEVAAR VOOR NEGEREN INSTRUCTIES Als de gegeven instructies niet worden gevolgd, kan dit ernstig letsel of de dood veroorzaken. Lees de algemene veiligheidsinstructies aan het begin van deze instructies en in dit hoofdstuk. Er wordt speciale veiligheidsinformatie verschaft in de component-specifieke instructies.
GEBRUIKERSHANDLEIDING WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR MACHINESTORING Onbevoegde wijzigingen of modificaties aan het product kunnen leiden tot ernstig letsel, de dood of schade aan het product. Onbevoegde wijzigingen of modificaties kunnen ook de garantie van het product ongeldig maken. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die worden veroorzaakt door onbevoegde modificaties aan het product.
7 ONDERHOUD De totale gebruiksduur van hijsmachinerie bestaat uit een of meer ontwerp werkperiodes. Ieder OWP duurt typisch ongeveer tien jaar, als de apparatuur wordt gebruikt in overeenstemming met het bestemde gebruik. Het is mogelijk dat verschillende hijswerktuigen die tot dezelfde kraan behoren een verschillende OWP hebben.
Pagina 75
GEBRUIKERSHANDLEIDING Stap 1: Bereken de bedrijfsuren van de motor (draaiuren) voor ieder inspectie-interval, T Controleer de volgende waarden voor dit inspectie-interval: • J = aantal werkdagen tijdens het inspectie-interval [dagen] • H = gemiddelde hijshoogte [m] • N = gemiddeld aantal werkcycli per uur [cycli/u] •...
Pagina 76
7 ONDERHOUD 100% belasting 10% van de tijd, 40% belasting 30% van de tijd en 20% belasting 60% van de tijd: Stap 3: Bereken de gedeeltelijke gebruiksduur, S Gebruik T en K in de volgende formule voor het berekenen van S [uur].
Pagina 77
GEBRUIKERSHANDLEIDING Controleer bedrijfsklasse van de takel, die kan worden gevonden op het typeplaatje van de takel. Zoek in de gepaste kolom van de volgende tabel het getal op dat het dichts bij S is. De twee laatste kolommen in dezelfde rijd geven de resterende OWP% en de geschatte resterende gebruiksduur.
7 ONDERHOUD Als het OWP-percentage nul bereikt, moet er een algehele revisie (AR) worden uitgevoerd. Zie het hoofdstuk "Algehele revisie" voor meer informatie. 7.3.2 Algehele revisie Bij de algehele revisie (AR) wordt aan het product een nieuwe, op de draaitijd gebaseerde ontwerp werkperiode (OWP) toegewezen, op voorwaarde dat het veilig is om het product te blijven gebruiken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Tijdens de algehele revisie moeten, naast de controles en werkzaamheden die in het inspectie- en onderhoudsschema worden aangegeven, de volgende onderdelen worden vervangen: • Frame van tandwielreductie, afdichting, lager, tandwielen en olie of vet • Onderblok, koppeling, verbindingspennen • Rem Tijdens onderhouds- en montagewerkzaamheden te vervangen kleine onderdelen (zoals schroeven en ringen) worden niet afzonderlijk vermeld.
7 ONDERHOUD Algemene maandelijkse inspecties Component Doelstelling Ketting Controleer de totale toestand en de smering van de ketting. Activator eindschakelaar Controleer de werking van de activator van de eindschakelaar. Controleer de werking van de bovenste en onderste mechanische eindschakelaars door de haak op te hijsen en neer te laten. Slipkoppeling Controleer de werking van de slipkoppeling.
Pagina 81
GEBRUIKERSHANDLEIDING Jaarlijkse inspecties van de begrenzers Component Doelstelling Buffers Controleer de toestand van de buffers en de eindstoppen van de buffers. Slipkoppeling Controleer de werking van de slipkoppeling. Gebruik het ChainQ- gereedschap of zie de instructies in hoofdstuk De slipkoppeling afstellen. Jaarlijkse inspecties van de elektrische componenten Component Doelstelling...
7 ONDERHOUD 7.3.7 Logboek Het logboek wordt geleverd in het belang van ongevallenpreventie. Dit is een onderdeel van het product en moet worden te allen tijde worden bijgewerkt en samen met de apparatuur worden bewaard. Verwijder geen enkel onderdeel van het logboek en gooi niets weg. In het logboek wordt de volledige onderhoudsgeschiedenis van het product bijgehouden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Tabel 2. Afmetingen van de slijtage van de roterende ophanghaak Afmetingen [mm] Haaktype Nominale DIM Nominale DIM X Min. DIM W Max. DIM X RSN020-T 20,9 29,7 RSN05-V 29,5 37,4 Figuur 17. Het meten van slijtage aan de ophangbeugel (optie) Tabel 3.
Pagina 84
7 ONDERHOUD 5. Meet de breedte van de opening in het controlegat van de rem met een schuifmaat. 6. Vergelijk de gemeten waarde van de remslijtage met de maximale toegestane waarde voor remslijtage. U kunt de maximumwaarde voor de remslijtage vinden op de sticker met remgegevens op de rem.
GEBRUIKERSHANDLEIDING IQ BFK457-06 COMPACT 190V DC Nr: 13319905 2.8NM DD.MM.YY max@ 20°C ; xx.x mm Als de hijsrem normaal werkt, hoeft u de slijtage aan de secundaire rem niet te LET OP controleren. 7.4.3 De enkele rem vervangen 1. Als er een last aan de haak is bevestigd, verwijder deze dan. 2.
Pagina 86
7 ONDERHOUD 5. Ontkoppel de remkabel (1) van het regelpaneel. 6. Verwijder de drie schroeven die de rem op zijn plaats houden. 7. Verwijder de rem voorzichtig. Dit document en de daarin vervatte informatie is het exclusieve eigendom van Verlinde S.A.S. en vertegenwoordigt een 5/2020 niet-openbaar, vertrouwelijk en onder het eigendomsrecht vallend handelsgeheim dat niet mag worden gereproduceerd, onthuld aan derden, gewijzigd of anderszins worden gebruikt zonder de nadrukkelijke schriftelijke...
GEBRUIKERSHANDLEIDING 8. Installeer de nieuwe rem op de aandrijfas. Zet de bevestiging met de drie schroeven vast. 9. Sluit de remkabel (1) aan. 10. Installeer de eindkap aan de remzijde. Zie het hoofdstuk Takelafdekkingen van de takel verwijderen en installeren voor meer informatie.
Pagina 88
7 ONDERHOUD Zie het hoofdstuk Takelafdekkingen van de takel verwijderen en installeren voor meer informatie. 4. Trek het regelpaneel eruit. 5. Als het regelpaneel enkele centimeters uitsteekt, ontkoppel dan de remkabel (1) van het regelpaneel. 6. Verwijder de eindkap aan de remzijde. Zie het hoofdstuk Takelafdekkingen van de takel verwijderen en installeren voor meer informatie.
Pagina 89
GEBRUIKERSHANDLEIDING 8. Controleer dat de remgegevens van de vervangingsrem overeenkomt met de gegevens van de oorspronkelijke rem. U kunt de remgegevens vinden op de sticker die op de rem is aangebracht. 9. Verwijder de drie schroeven die de rem op zijn plaats houden.
Pagina 90
7 ONDERHOUD 11. Installeer de nieuwe rem op de aandrijfas. Zet de bevestiging met de drie schroeven vast. 12. Voer de remkabel door het takelframe. Trek de remkabel er aan de motorzijde voorzichtig uit. 13. Sluit de remkabel (1) aan. 14.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 16. Draai de schroeven van de eindkappen aan met het juiste aanhaalmoment. Zie voor meer informatie het hoofdstuk Aanhaalmomenten voor de kettingtakel. 17. Schakel de stroomvoorziening naar de kettingtakel in. 18. Controleer of de rem normaal werkt. Test de rem eerst zonder last. Test dan de rem met een dynamische testlast van 110 % (EUR) of 125 % (VS) van de nominale capaciteit.
Pagina 92
7 ONDERHOUD 6. Verwijder de drie schroeven die de rem op zijn plaats houden. 7. Verwijder de rem voorzichtig. Houd het volledige dubbele remsamenstel vast met uw handen, LET OP zodat de onderdelen niet uit elkaar vallen. 8. Monteer de nieuwe dubbele rem. Let goed op de oriëntatie van de LET OP remvoering.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 9. Installeer de nieuwe rem op de aandrijfas. Zet de bevestiging met de drie schroeven vast. Draai de schroeven eerst handvast. Draai de schroeven met gereedschap aan. Als de rem nog twee schroeven heeft, verwijder deze dan. Er kunnen zich twee extra schroeven op de rem bevinden.
Pagina 94
7 ONDERHOUD 2. Ontkoppel de kettingtakel van de hoofdstroomtoevoer. 3. Verwijder de eindkap aan de motorzijde. Zie het hoofdstuk Takelafdekkingen van de takel verwijderen en installeren voor meer informatie. 4. Trek het regelpaneel eruit. 5. Als het regelpaneel enkele centimeters uitsteekt, ontkoppel dan de remkabels (1) en (2) van het regelpaneel.
Pagina 95
GEBRUIKERSHANDLEIDING 7. Trek de remkabels er aan de remzijde voorzichtig uit. De remkabels worden door het takelframe van de remzijde naar de motorzijde gevoerd. Besteed aandacht aan de wijze waarop de remkabels door LET OP het takelframe worden gevoerd. Als u de nieuwe rem hebt geïnstalleerd, moet u de remkabels weer van de remzijde terugvoeren naar de motorzijde.
Pagina 96
7 ONDERHOUD 10. Verwijder de rem voorzichtig. Houd het volledige dubbele remsamenstel vast met uw handen, LET OP zodat de onderdelen niet uit elkaar vallen. 11. Monteer de nieuwe dubbele rem. Let goed op de oriëntatie van de LET OP remvoering.
Pagina 97
GEBRUIKERSHANDLEIDING 13. Voer de remkabels door het takelframe. Trek de remkabels er aan de motorzijde voorzichtig uit. 14. Sluit de remkabels (1) en (2) aan. 1. Hijsrem 2. Secundaire rem 15. Druk het regelpaneel erin. 16. Installeer de eindkap aan zowel de motorzijde als de remzijde. Zie het hoofdstuk Takelafdekkingen van de takel verwijderen en installeren voor meer informatie.
7 ONDERHOUD 7.4.7 De slipkoppeling afstellen WAARSCHUWING GEVAAR VOOR BEWEGENDE APPARATUUR De motor mag tijdens het afstellen van de slipkoppeling niet draaien. Contact met de bewegende onderdelen van de motor kan leiden tot ernstig letsel, de dood of schade aan het product. Schakel de stroom naar de kettingtakel altijd uit voordat u begint met werkzaamheden met de gereedschappen voor het afstellen van de koppeling.
Pagina 99
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5. Test de slipkoppeling. 5.1 Schakel de stroomvoorziening naar de kettingtakel in. 5.2 Bevestig de oorspronkelijke testlast aan de haak. 5.3 Controleer dat de kettingtakel de last op zowel lage als hoge snelheid kan hijsen. 5.4 Bevestig een maximumlast van 160 % van de nominale capaciteit van de kettingtakel aan de haak.
7 ONDERHOUD 7.4.8 Vervangen van de zekering voor de stuurspanning Figuur 18. Voedingsprintplaat met zekering voor de stuurspanning De zekering voor de stuurspanning (1) bevindt zich op de voedingsprintplaat van de kettingtakel, aan de remzijde van de kettingtakel. 1. Ontkoppel de kettingtakel van de hoofdstroomtoevoer. 2.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Onderhouden van de kettingaandrijving 7.5.1 Verwijderen van de kettingbak 1. Open de karabijnhaken met schroefvergrendeling (3). 2. Verwijder de kettingbak (1) van het verbindingsstuk (2). 7.5.2 Inspecteren van de kettingslijtage WAARSCHUWING GEVAAR VOOR VALLENDE LAST Door voortijdige slijtage van de ketting kan een last vallen, wat ernstig letsel, de dood of schade aan de apparatuur kan veroorzaken.
Pagina 102
7 ONDERHOUD 2. Controleer de draagvlakken tussen de kettingschakels op slijtage. 3. Meet de schakeldikte. Meet de schakeldikte (d) op verschillende punten van de ketting. Bereken de afmeting (d Criteria meting schakeldikte Kettingmaat d * t 4,1 x 12,1 5,1 x 15,1 7,2 x 21,1 [mm] t [mm]...
Pagina 103
GEBRUIKERSHANDLEIDING Kettingmaat d * t 4,1 x 12,1 5,1 x 15,1 7,2 x 21,1 t = totale lengte van 1 kettingschakel, gemeten aan de binnenkant. = (d1 + d2) / 2. Gebruik voor het meten van de schakeldikte uitsluitend een schuifmaat of een gereedschap dat wordt verkocht door het centrum voor kraanonderdelen.
7 ONDERHOUD 7.5.3 Instructies voor smering van de ketting Eerste smering van de ketting Smeren van de ketting is onderdeel van de procedures voor inbedrijfstelling van de kettingtakel. De kettingtakel wordt met een niet gesmeerde ketting geleverd, voor schonere installatie. Zelfs als de ketting olieachtig aanvoelt, is deze niet gesmeerd, maar is alleen voorzien van corrosiebescherming.
Pagina 105
GEBRUIKERSHANDLEIDING Figuur 19. Juiste smeerpunten op de ketting Figuur 20. Juiste positionering van de vettube of oliefles De smering van de ketting controleren Onderhoud van de ketting is een van de belangrijkste onderhoudstaken bij een kettingtakel. Smering, inclusief de eerste smering van de ketting, maakt deel uit van het onderhoud van de ketting.
7 ONDERHOUD Figuur 21. Goed gesmeerde ketting Figuur 22. Volledig droge en beschadigde ketting Smeerintervallen van de ketting Het vaststellen van het vereiste onderhoudsinterval voor de ketting hangt af van het gebruik van het product en moet per geval bepaald worden bepaald. Voor een volledige optimalisatie van de gebruiksduur van de componenten, moet het exacte onderhoudsinterval voor elke toepassing van de takel afzonderlijk worden gedefinieerd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING Intervallen voor kettingsmering Aantal kettingwielen Strengen Eén streng Twee strengen Eén streng LH , drie Twee strengen LH , vier strengen strengen Soort takel 6000 3000 2000 1500 Olie [cycli] 12000 6000 4000 3000 Vet [cycli] Cyclus = één werkcyclus, van pick-up tot het losmaken van de last. LH = takel met lage doorrijhoogte.
Pagina 108
7 ONDERHOUD 4. Demonteer het onderblok. 4.1 Verwijder de rubberen plaat of de activering van de magnetische eindschakelaar (2) van de bovenkant van het onderblok aan het haakeinde van de ketting. 4.2 Verwijder de rubberen afdekking (1) van het onderblok door de rubberen afdekking omhoog te trekken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 7. Assembleer het onderblok opnieuw. 7.1 Plaats de rubberen plaat of de activering van de magnetische eindschakelaar (2) op de nieuwe ketting aan het haakeinde van de ketting. 7.2 Plaats de rubberen afdekking van het onderblok (1) op de ketting. 7.3 Steek de pen (5) door de eerste kettingschakel van de ketting.
Pagina 110
7 ONDERHOUD Zie hoofdstuk Verwijderen van de kettingbak voor meer informatie. 3. Verwijder de eindstop van het einde van de ketting aan de kant van de kettingbak van de kettingstreng. Open de koppeling om de eindstop te verwijderen. Trek de rubberen plaat of de activering van de magnetische eindschakelaar eruit (afhankelijk van de configuratie van de kettingtakel).
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5. Verwijder de haak en het onderblok door de ketting er door het onderblok uit te trekken. U hoeft het onderblok niet te openen om de ketting te verwijderen of te vervangen. 6. Verwijder de ketting van de kettingtakel door de motor te laten hijsen. 7.
Pagina 112
7 ONDERHOUD 8. Leid de ketting door het onderblok. U kunt het speciale gereedschap gebruiken om de ketting door het onderblok te trekken. 9. Trek de ketting recht. Er mogen zich tussen de kettingtakel en de haak geen draaiingen in enige van de kettingstrengen bevinden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 11. Trek de rubberen buffer aan de ketting omhoog. Bevestig de eindstop aan het einde van de ketting aan de kant van de kettingbak van de kettingstreng. De afmeting 'W' moet ten minste 150 mm (5,9 in) bedragen. De afmeting 'W' is de afstand van het einde van de LET OP ketting tot de onderkant van de...
7 ONDERHOUD 4. Meet de haakbek. Als de maximale afmeting van de haakbek (a2) meer dan 15% groter is dan de initiële afmeting, vervang dan de haak. Vervangingsgrens voor haak Maat haak a2 (max.) [mm] (in) 25,3 (0,996) 28,75 (1,13) 40,25 (1,58) 40,25 (1,58) 47,15 (1,86)
GEBRUIKERSHANDLEIDING • Vermijd contact van smeermiddelen met de huid. Draag veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril bij het omgaan met smeermiddelen. Was uw handen grondig na de smering. • Houd de smeermiddelen uit de buurt van eten en drinken. Geen dampen inhaleren of smeermiddelen inslikken.
7 ONDERHOUD Pos. Component Intervallen Hijsreductiebak Gesmeerd voor de ontwerp werkperiode van het product Ketting Vanaf 1 week tot maximaal een jaar (afhankelijk van het gebruik) Smeer alleen de voorgeschreven componenten. Andere componenten worden gesmeerd LET OP voor de ontwerp werkperiode van het product. 7.7.4 Informatie over smeermiddelen 1 Hijsreductiebak...
GEBRUIKERSHANDLEIDING PROBLEMEN OPLOSSEN Instructies voor problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De noodstopknop is geactiveerd. Deactiveer de noodstopknop. Controleer de zekering van de hoofdstroomtoevoer. Controleer de zekering voor de stuurspanning. Zie het hoofdstuk Vervangen van de Er is een zekering doorgeslagen. zekering voor de stuurspanning voor instructies voor het controleren of vervangen van de zekering voor de...
Pagina 118
8 PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Smeer de componenten van de De componenten van de ketting ketting. Zie voor instructies het zijn niet goed gesmeerd. hoofdstuk Smering. Vervang de ketting. Zie voor De ketting is versleten. instructies het hoofdstuk Vervangen van de ketting.
GEBRUIKERSHANDLEIDING TRANSPORT, OPSLAG EN ONTMANTELING Het product transporteren Neem bij transport van het product of de componenten hiervan de volgende voorzorgsmaatregelen: • Laad en transporteer het product voorzichtig en met gepaste methodes. Tref de juiste voorbereidingen en wees voorzichtig. • Laad of transporteer geen producten als uw waakzaamheid of vermogen om te werken is verminderd, bijvoorbeeld door medicijnen, ziekte of letsel.
9 TRANSPORT, OPSLAG EN ONTMANTELING 9.3.2 Het product ontmantelen • Demontage geschiedt in de omgekeerde volgorde van de montage. Raadpleeg de installatie- en montage-instructies voor de juiste volgorde. • Nadat het product is ontmanteld, kan de exploitant of de voor het ontmantelen verantwoordelijke persoon het werkgebied weer voor normaal gebruik ter beschikking stellen.