1
Selecteer als u een route bewerkt
Stel attracties voor.
2
Selecteer een attractie om meer informatie weer te geven.
3
Selecteer Selecteer om de attractie aan uw reis toe te
voegen.
Routeopties wijzigen
U kunt opgeven hoe het toestel de route moet berekenen
voordat u op reis gaat.
1
Selecteer Apps > Reisplanner > Opgeslagen reizen.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer
> Reisinstellingen.
4
Selecteer een optie:
• Als u routepunten aan uw reis wilt toevoegen, selecteert u
Bepaal vorm van route en volgt u de instructies op het
scherm
(Uw route aanpassen, pagina
• Als u de berekenmodus voor de reis wilt wijzigen,
selecteert u Routevoorkeur
wijzigen, pagina
8).
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis
1
Selecteer Apps > Reisplanner > Opgeslagen reizen.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer Ga!.
4
Selecteer de eerste locatie waar u naartoe wilt navigeren en
selecteer Start.
Het toestel berekent de route vanaf uw huidige locatie naar
de geselecteerde locatie en leidt u daarna in de opgegeven
volgorde naar uw volgende tussenstops op de route.
Uw actieve route wijzigen en opslaan
Als een route actief is, kunt u de route met de reisplanner
wijzigen en als reis opslaan.
1
Selecteer Apps > Reisplanner > Mijn actieve route.
2
Wijzig de route met een van de beschikbare
reisplannerfuncties.
Na elke wijziging wordt de route opnieuw berekend.
3
Selecteer Sla op om uw route op te slaan als een reis die u
later weer als navigatieroute kunt gebruiken (optioneel).
photoLive verkeerscamera's
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
verbonden zijn met de Garmin Drive app
verkeersinformatie en smartphonefuncties, pagina
photoLive verkeerscamera's geven live-beelden van
verkeersomstandigheden op hoofdwegen en kruispunten.
De photoLive service is niet in alle gebieden beschikbaar.
Beelden van photoLive verkeerscamera's bekijken en
opslaan
U kunt live-beelden bekijken van verkeerscamera's die u nadert.
U kunt ook verkeerscamera's opslaan voor gebieden waar u
vaak doorheen reist.
1
Selecteer Apps > photoLive.
2
Selecteer Tik om toe te voegen
3
Selecteer een weg.
4
Selecteer een locatie van een verkeerscamera.
Een voorbeeld van de live-opname van de camera wordt
weergegeven naast een kaart met de locatie van de camera.
U kunt het voorbeeld selecteren om de opname op volledig
formaat te bekijken.
5
Selecteer Sla op om de camera op te slaan (optioneel).
Een miniatuurvoorbeeld van de camera wordt toegevoegd in
het hoofdscherm van de photoLive app.
Garmin DriveSmart instellingen
> Reisinstellingen >
8).
(De routeberekeningsmodus
(Live Services,
11).
photoLive verkeerscamera's op de kaart weergeven
De kaartfunctie photoLive geeft verkeerscamera's weer die zich
op de weg vóór u bevinden.
1
Selecteer > photoLive op de kaart.
Het toestel geeft de live-opname gemaakt met de
dichtstbijzijnde verkeerscamera op de weg vóór u weer, met
daarbij de afstand tot de camera. Als u de camera passeert,
laadt het toestel de live-opname van de volgende camera op
de weg.
2
Als er geen camera's worden gevonden voor de betreffende
weg, selecteert u Zoek camera's om nabijgelegen
verkeerscamera's weer te geven of op te slaan (optioneel).
Een verkeerscamera opslaan
1
Selecteer Apps > photoLive.
2
Selecteer Tik om toe te voegen.
3
Selecteer een weg.
4
Selecteer een kruispunt.
5
Selecteer Sla op.
Recente routes en bestemmingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen
pagina
19).
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer Apps > Waar ik was.
Garmin DriveSmart instellingen
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als
er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven
aanpassen, pagina
11).
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste
zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de
kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en
uitzoomen.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar
http://buy.garmin.com.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn Kaarten.
2
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie.
Routevoorbeeld: Toont een voorbeeld van de belangrijke
wegen op uw route wanneer u begint met navigeren.
(Toestel- en privacyinstellingen,
(De kaartlagen
17