Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Toestel Aanpassen; Trackinginstellingen; Geluidsinstellingen; Kaartinstellingen - Garmin INREACH MINI 2 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor INREACH MINI 2:
Inhoudsopgave

Advertenties

Trackinginstellingen

Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Volgen.
Verzendinterval: Hiermee stelt u de frequentie in waarop het toestel een spoorpunt vastlegt en via het
satellietnetwerk verzendt.
OPMERKING: De frequentie van Verzendinterval is van invloed op de levensduur van de batterij
(Batterijgegevens,
pagina 26).
Activiteit vastleggen: Hiermee stelt u het detailniveau in dat wordt gebruikt bij het vastleggen van uw activiteit.
Met de optie Zeer gedetailleerd wordt uw locatie geregistreerd en wordt de tracklijn vaker bijgewerkt in het
toestelgeheugen dan bij de optie Standaard.
OPMERKING: Het vastleggen met meer details verkort de levensduur van de batterij
pagina 26).
Auto Koers: Hiermee stelt u in dat de trackingfunctie automatisch wordt gestart wanneer u het toestel
inschakelt.

Geluidsinstellingen

Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Geluiden.
Demp alles: Hiermee dempt u alle toesteltonen.
Volume: Hier kunt u het volumeniveau van het toestel instellen.
Bel tot gelezen: Hiermee stelt u in dat het toestel een beltoon geeft totdat u een nieuw bericht hebt gelezen.
Deze functie komt van pas in een rumoerige omgeving.
Bericht ontvangen: Hiermee kunt u het geluidssignaal instellen dat het toestel geeft wanneer een bericht
ontvangen is.
Bericht verzonden: Hier kunt u het geluidssignaal instellen dat het toestel geeft wanneer u een bericht hebt
verzonden.
Kritieke waarschuwing: Hier stelt u het geluidssignaal in dat het toestel geeft om u te attenderen op een kritieke
waarschuwing.
Voeding uit: Hier stelt u het geluidssignaal in dat het toestel geeft bij uitschakeling.

Kaartinstellingen

Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Kaart.
Waypoints: Hiermee toont of verbergt u waypoints op de kaart.
Waypointlabels: Hiermee toont of verbergt u waypoints op de kaart.
Spoorpunten: Hiermee toont of verbergt u spoorpunten op de kaart.
Berichten: Hiermee toont of verbergt u berichten op de kaart.
Auto.zoom: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau ingesteld voor optimaal gebruik van de kaart. Als
u Uit selecteert, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Oriëntatie: Hiermee stelt u de oriëntatie van de kaart in. Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de
pagina weer te geven. Selecteer Koers boven om uw huidige richting boven aan de pagina weer te geven.

Smartphone-instellingen

Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Telefoon.
Status: Hiermee schakelt u Bluetooth draadloze technologie in.
Verbonden toestel: Toont de naam van het momenteel verbonden toestel uit de lijst met gekoppelde toestellen.
Deze optie is alleen beschikbaar nadat het toestel is gekoppeld.
Koppel telefoon: Hiermee koppelt u uw toestel met een compatibele smartphone met Bluetooth functionaliteit.
Deze instelling maakt het mogelijk om Bluetooth connected functies te gebruiken via de Garmin Explore app
of Garmin Messenger app.

Het toestel aanpassen

Het toestel aanpassen
(Batterijgegevens,
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave