2
B
De deur en de glaspanelen
installeren
Als u de glaspanelen en de ovendeur
heeft schoongemaakt, plaatst u ze terug.
11. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Het apparaat wordt niet
warm.
Het apparaat wordt niet
warm.
Het apparaat wordt niet
warm.
Het apparaat wordt niet
warm.
Het lampje brandt niet.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en
in de ovenruimte.
1
Storing
Het apparaat is uitge-
schakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstan-
den zijn niet ingesteld.
De zekering is uitgescha-
keld.
Het lampje is stuk.
Het gerecht heeft te lang
in de oven gestaan.
6.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vast-
pakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
7.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
8.
Houd de glasplaten aan de boven-
kant vast en trek deze een voor een
omhoog uit de geleiding.
9.
Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Voer bovenstaande stappen uit in de
omgekeerde volgorde. Plaats de kleinste
glasplaat eerst, daarna de grotere glas-
platen.
Mogelijke oorzaak
NEDERLANDS
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Stel de klok in.
Controleer de kookstan-
den.
Controleer of de zeke-
ring de oorzaak van de
storing is. Als de zekerin-
gen keer op keer door-
slaan, neem dan contact
op met een erkende in-
stallateur.
Vervang het lampje.
Laat gerechten na het
bereiden niet langer dan
15 - 20 minuten in de
oven staan.
27