Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingen; Resetten Van Een Storing; Reiniging En Onderhoud; Reiniging - AWB ThermoSystem HRM 80/2 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5

STORINGEN

Indien de ketel niet in bedrijf gaat en/of een storing
aangeeft, controleer dan eerst het volgende:
- Is de hoofdstroom voorziening ingeschakeld?
- Is de netschakelaar ingeschakeld, brandt het groene
lampje op de ketel?
- Is er warmtevraag vanuit de externe regeling?
(kamerthermostaat)
- Is de gaskraan geopend?
- Is de systeemdruk voldoende > 0,8 bar?
(werkdruk tussen 1,5 en 2 bar)
5.1

Resetten van een storing

Storing aan een ketelmodule wordt weergegeven doordat
de betreffende rode knop op het bedieningspaneel van de
ketel gaat branden. Voor het resetten van de ketel gaat u
als volgt te werk:
- reset de betreffende ketelmodule door de brandende
rode knop op het bedieningspaneel in te drukken;
- reset vervolgens de regeling van de ketel door de RESET-
toets naast het display in te drukken.
Let op! Reset de ketel altijd in de juiste
volgorde zoals voorafgaand is beschreven.
Opmerking! Indien na het starten van de ketel
de rode knop weer gaat branden, deze dan
binnen 5 seconden opnieuw indrukken.
Gevaar! Indien het toestel na driemaal een
reset te hebben uitgevoerd nog steeds een
storing aangeeft, neem dan contact op met de
installateur.
2
1
Het bedieningspaneel heeft de volgende functies:
1
Storing indicatie van de afzonderlijke branderautomaten
(CVI) per brandermodule.
2
RESET-toets: een storing, aangeduid met een knipperende
code in het display, wordt door het indrukken van de
RESET-toets hersteld. Treedt de storing opnieuw op,
neem dan contact op met uw installateur.
Figuur 5.1. Resetten van een storing
8
6

REINIGING EN ONDERHOUD

6.1

Reiniging

Reinigt u de mantel van het toestel met een licht vochtige
doek en eventueel zeep welke PH-neutraal is.
Opmerking! Gebruik geen agressieve
vloeistoffen, schuur- of reinigingsmiddel die
de mantel of lak kunnen beschadigen.
6.2

Inspectie en onderhoud

Om te waarborgen dat een toestel normaal kan en blijft
functioneren, heeft elk toestel na een bepaalde bedrijfstijd
inspectie en onderhoud nodig. Regelmatig onderhoud
verminderdt de kans op storingen en verlengt de levens-
duur van het toestel. Aanbeveling is dat op het toestel
eenmaal per twee jaar inspectie en onderhoud plaatsvindt.
Gevaar! Voer nooit zelf onderhoud of
reparaties uit aan een toestel. Onderhoud en
reparaties dienen uitgevoerd te worden
door een erkend installateur. Ondeskundig
onderhoud of reparatie kan schade aan toestel
en personen tot gevolg hebben.
Let op! Toestellen met een vermogen
> 120 kW dienen te worden geïnspecteerd
en onderhouden volgens de AMVB door een
SCIOS-gecertificeerd bedrijf.
6.3

Systeemdruk controleren

Voor het normaal functioneren van het toestel en de
verwarmingsinstallatie dient de systeemdruk van de
installatie bij het toestel en bij een koude installatie 1,5 tot
2 bar te zijn. Indien de druk lager is dan 0,8 bar moet de
verwarmingsinstallatie met water bijgevuld worden.
In het toestel is een laagwaterdruk-beveiliging gemonteerd
welke het toestel uitschakelt bij een druk lager dan 0,2 bar.
Dit wordt in het display aangeduid met E26. Vanaf een
systeemdruk van 0,8 bar gaat deze foutmelding weg.
6.3.1

Installatie bijvullen

Afsluiters, vulinrichting en overige appendages behoren
niet tot de leveringsomvang van het toestel. Deze worden
apart door de installateur aangebracht. Voor vragen en of
uitleg over de werking van de verschillende appendages of
hoe u bij moet vullen, dient u contact op te nemen met de
installateur.
Let op! De installatie mag alleen met water
bijgevuld worden. Het is niet toegestaan om
zonder schriftelijke goedkeuring van AWB,
vorstverlagende of andere middelen toe te
voegen aan het cv-water.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave