Bedieningsinstructies Fcontrol Basic – Modelserie FSDM2.5..50M
4 Montage
4.1
Algemene aanwijzingen
Opgelet!
Om een defect van de frequentieomvormer op grond van montagefouten of omgevingsinvloeden te
voorkomen moeten tijdens de mechanische installatie met de hieronder genoemde punten rekening
worden gehouden:
•
Voor de montage het apparaat uit de verpakking halen en op eventuele transportschade
controleren. Indien een transportschade is opgetreden, is de inbedrijfstelling niet toegestaan!
•
Bij een gewicht van meer dan 25 kg bij mannen / 10 kg bij vrouwen moet het uitnemen van de
ventilator met twee personen worden uitgevoerd (overeenkomstig REFA). Eventueel kunnen deze
waarden nationaal afwijken.
•
Veiligheidsschoenen en veiligheidshandschoenen dragen bij het gebruik!
•
Toestel met geschikt bevestigingsmateriaal op een schone ondergrond met voldoende
draagvermogen monteren en niet verspannen!
•
Een montage op vibrerende ondergrond is niet toegestaan, voor zover er geen gegevens over de
trilvastheid bestaan (zie Technische gegevens)!
•
Bij de demontage op lichte bouwwanden mogen geen ontoelaatbaar hoge trillingen resp.
schokbelastingen aanwezig zijn. Vooral het dichtslaan van deuren, die in deze lichte bouwwanden
zijn geïntegreerd, kunnen hoge schokbelastingen veroorzaken. Daarom adviseren wij in dit geval
de toestel van de wand los te koppelen.
•
Boorspanen, schroeven en andere vreemde voorwerpen mogen niet in het inwendige van het
toestel binnendringen!
•
De aangegeven minimumafstanden aanhouden om een ongehinderde toevoer van de koellucht
evenals een ongehinderde afvoer van afgewerkte lucht te garanderen minimaal benodigde ruimte!
•
Het toestel buiten het verkeersbereik monteren, daarbij echter zorgen dat het goed toegankelijk
blijft!
•
Bescherm het toestel tegen directe zonbestraling!
•
Het toestel is bestemd voor een verticale montage (kabelinvoer onder). Een horizontale resp.
liggende montage is alleen toegestaan na technische goedkeuring door de fabrikant!
•
Let op de correcte warmteafvoer zie Technische gegevens verliescapaciteit.
4.2
Minimale benodigde ruimte
Om een voldoende ventilatie van het apparaat te garanderen moet aan alle kanten een afstand van
minstens 50 mm tot behuizingwanden, schakelkastdeuren, bedradingskanalen enz. worden
aangehouden. Dezelfde afstand geldt voor de montage van meerder apparaten naast elkaar.
Bij de montage van meerdere apparaten boven elkaar bestaat gevaar dat deze elkaar wederzijds
verwarmen. Deze rangschikking is alleen toegestaan wanneer de aangezogen lucht van het bovenste
apparaat niet warmer wordt dan de toegelaten omgevingstemperatuur (zie Technische gegevens).
D.w.z. er is een overeenkomstig grotere afstand of een thermische afscherming nodig.
L-BAL-E162-NL 2022/02 Index 008
Art.-nr.
9/31
Montage