4. Bellen
Aanraakscherm tijdens gesprekken
Uw apparaat heeft een nabijheidssensor. Om de levensduur
van de batterij te verlengen en onbedoelde selecties te
voorkomen, wordt het aanraakscherm tijdens gesprekken
automatisch uitgeschakeld wanneer u het apparaat tegen
uw oor houdt.
Dek de nabijheidssensor niet af met
bijvoorbeeld een beschermende laag
of plakband.
Een spraakoproep tot stand brengen
1. In het startscherm selecteert u
openen. Vervolgens voert u het telefoonnummer in,
inclusief netnummer. Als u een nummer wilt verwijderen,
selecteert u C .
Voor internationale oproepen selecteert u tweemaal *
voor het teken + (duidt de internationale toegangscode
aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het netnummer
(eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2. Druk op de beltoets als u de oproep wilt activeren.
3. Druk op de beëindigingstoets als u de oproep wilt
beëindigen (of de belpoging wilt annuleren).
Met de end-toets wordt altijd een oproep beëindigd, ook
als er nog een andere toepassing actief is.
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
om de kiesfunctie te
Een contact bellen
1. Selecteer
Menu
> Contacten.
2. Ga naar de gewenste naam. Of typ de eerste letters of
tekens van de naam in het zoekveld en ga naar de naam.
3. Druk op de beltoets als u het contact wilt bellen. Als u voor
een contactpersoon verschillende nummers hebt
opgeslagen, selecteert u het gewenste nummer in de lijst
en drukt u op de beltoets.
Een oproep beëindigen — Druk op de eindetoets.
Tijdens een oproep
De microfoon dempen of de demping opheffen —
Selecteer
of
.
Een actieve oproep in de wachtstand zetten — Selecteer
of
.
De luidspreker activeren — Selecteer
compatibele headset met Bluetooth-verbinding hebt
aangesloten, selecteert u
om het geluid naar de headset te voeren.
Terugkeren naar de handset — Selecteer
Oproepen beëindigen — Selecteer
Schakelen tussen actieve en wachtende oproepen —
Selecteer
Opties
> Wisselen.
. Als u een
Opties
BT handsfree inschakln
>
.
.
Bellen
27