4.2 Signaalkabels verbinden
Er zijn twee manieren om het beeld van de subprojector te projecteren. ( 22, 23 )
- Beeld projecteren vanaf de MONITOR OUT poort van hoofd- naar sub.
- Een individuele afbeelding naar sub- en hoofd- brengen.
Een afbeelding van hoofd- naar sub- brengen
1.
Verbind de MONITOR OUT poort met de
hoofd COMPUTER IN1 poort van sub- met
een computerkabel.
2.
Verbind het beelduitvoerapparaat met een
van de invoerpoorten van de hoofdprojector.
N.B. intellectuele stapeling
• COMPUTER IN1 en IN2 kunnen tijdens
intellectuele stapeling worden gebruikt
als invoerpoorten voor de hoofdprojector.
Gebruik geen andere poorten voor
beeldinvoer.
- U kunt componentsignalen voor
COMPUTER IN1 en IN2 invoeren.
- U kunt videosignalen invoeren in de Y pin
van de componentvideo van COMPUTER
IN1 en IN2.
N.B. voor gewone stapeling
• COMPUTER IN1 en IN2 kunnen
worden gebruikt als de invoerpoort voor
de projector die verbonden is met een
computerkabel en haar MONITOR OUT poort.
(Gebruikershandleiding
menu) Als u andere invoerpoorten wilt
gebruiken, voert u het beeld individueel van
sub- naar hoofd- in.
Een individuele afbeelding naar sub- en hoofd- brengen
1.
Verdeel het uitvoersignaal van uw beeldapparaat over twee apparaten met
een signaalverdeler.
2.
Verbind de uitvoerpoorten van het beelduitvoerapparaat met dezelfde invoer-
poorten als de hoofd- en subprojectors.
N.B. intellectuele stapeling • LAN, USB TYPE A en USB TYPE B kunnen
tijdens intellectuele stapeling niet worden gebruikt als invoerpoorten voor de hoofdprojector.
N.B. voor gewone stapeling • De poorten die compatibel zijn met het signaal
kunnen worden gebruikt. Voer hetzelfde signaal individueel in bij de twee projectors.
→
INSTELLING
28
Verbindingskabels
Verbinding bijvoorbeeld in
Intellectuele Stapeling
Hoofd
Sub